Sectie F: Oud-Borgvliet en de Augustapolder

Sinds Watwaswaar per 1 januari dit jaar opgeheven is, staat er een hoop online op de website van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Voor deze serie duik ik in het kadaster over de periode 1811-1832. Welke grond bezaten mijn voorouders? Waar op die grond woonden zij (hoogstwaarschijnlijk)? Aan de hand van de topografische atlas 1836-1843 probeer ik ook uit te leggen wat de “aardrijkskundige context” was van deze grond. Vandaag deel 3 van deze serie: de gemeente Bergen op Zoom sectie F: Oud-Borgvliet, Molenbeek, de Augustapolder, een deel zeestrand en een deel van de Oosterschelde tot aan Rilland. Voorgaande delen en overzichtskaart: klik hier.

Zoveel verscheidenheid in grondsoorten en prachtige landschappen te vinden zijn in dit stukje Berrege, zo weinig verscheiden waren de grondeigenaren in de periode 1811-1832 (mooie zin, niet?). De landgoederen Groot- en Klein-Molenbeek waren van één eigenaar. De slikken en schorren van de Oosterschelde (die wel in kaart zijn gebracht) zijn niet genummerd waar waren waarschijnlijk wel ingedeeld qua visrechten. Het onderste deel van sectie F ging overigens later over naar Rilland-Bath en daarmee Zeeland. De Augustapolder, waar nu de nieuwste wijk van Berrege gebouwd wordt, kende in grote lijnen maar een paar eigenaren. De grootste verscheidenheid is te zien in het deel van sectie F waar later Fort-Zeekant gebouwd is, en het deel waar later Nieuw-Borgvliet gebouwd is; om de simpele reden dat dit oudere zandgronden zijn. Op de Brabantse Wal net boven Oud-Borgvliet, in een stukje genaamd ‘de Schans’, vinden we grond van een voorouder: Reinerus (Reinier) de Bie (*Breust-Eckelrade, Zuid-Limburg, 2/8-1764, ✞ Bergen op Zoom, 2/2-1855, kwartierstaatnummer 146). 

debie

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Renier de Bie, bouwman uit Bergen op Zoom

”deschans”

  • F91: hakhout
  • F92: bouwland
  • F93: hakhout
  • F94: bouwland
  • F95: bouwland

Allereerst: op deze grond stond dus geen woning, en het lijkt me wat sterk dat Reinier zelf best wel wat grond bezat maar niet in een eigen huis woonde. Misschien dat ik later een huis in eigendom van Reinier vind in de buurt, maar vooralsnog gaat het enkel om wat lappen landbouwgrond. Van Reinier de Bie is mij bekend dat hij in Bergen op Zoom woonde indertijd, doch op adressen waarvan de nummers en letter niet overeenkomt met die van het kadaster. Verder met de kaartjes.

kaartje debie 3

Kaartje is ongeveer naar ’t oosten gezien. (Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

176b links kopie

Uitsnede van de kaart hieronder. (Originele afbeelding: Historische Topografische Atlas Noord-Brabant 1836-1843, uitgeverij Nieuwland)

176b links

De locatie (ongeveer) op de Brabantse Wal. Let ook op de rode gemeentegrenzen die de Oosterschelde verdelen: beneden de gemeente Woensdrecht, in ’t midden Bergen op Zoom, boven Halsteren en links is volgens mij de gemeente Rilland-Bath. (Originele afbeelding: Historische Topografische Atlas Noord-Brabant 1836-1843, uitgeverij Nieuwland)

kaartje debie 2

Binnen ’t ronde zou ongeveer de plek moeten zijn waar Reiniers grond lag. Op de bovenstaande kaart is duidelijk het hoogteverschil van de Brabantse Wal te zien wat nu ook nog tussen de Augustalaan en ’t Benedenbaantje te zien is. (Originele afbeelding: Bing Maps)

Jacob Uijtdewilligen op de Kragge

header

Sinds Watwaswaar per 1 januari dit jaar opgeheven is, staat er een hoop online op de website van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Voor deze serie duik ik in het kadaster over de periode 1811-1832. Welke grond bezaten mijn voorouders? Waar op die grond woonden zij (hoogstwaarschijnlijk)? Aan de hand van de topografische atlas 1836-1843 probeer ik ook uit te leggen wat de “aardrijkskundige context” was van deze grond. Nu alweer deel 2 van deze nieuwe serie: de gemeente Bergen op Zoom sectie B, de noordoosthoek van de oude gemeente Berrege, incl. de Kragge en de Bergse Heide. (Voorgaande deel: Halsteren A t/m H), bekijk de overzichtskaart.

Sectie B was verdeeld in drie bladeren, alleen op het derde blad liggen wat hoeves die het toponiem “Kragge” in hun naam hadden, maar voor ’t gemak noemde men de hele noordoosthoek maar zo. Voor iedereen die niet van hier komt: de Kragge is Berreges vuilnisbelt. Het is hier zelfs een heus bijvoeglijk naamwoord: “dat ding is kragge”: ‘dat ding is rommel’. Ik behandel in dit artikel twee bladzijdes, 2 en 3, die ik op ’t kaartje hieronder in de tegenwoordige context plaatste.

uitsnede

Uitsnede van de overzichtskaart. Originele afbeelding: Google.

Van alle grondeigenaren in sectie B is er één mijn voorouder: Jacobus Govaertse (Jacob) Uijtdewilligen (kwartierstaatnummer 474). Hij werd geboren in ’t gehucht Altena bij Heerle op 15 december 1756, en overleed in de gemeente Bergen op Zoom op 22 augustus 1828. Van Jacob waren mij al een aantal zaken bekend: hij was bouwman in 1815, landbouwer bij zijn overlijden in 1828, en getrouwd met Antonet van Eekelen (*Nispen-Klokberg, West-Brabant, 12/7-1759, ✞ Heerle, West-Brabant, 31/12-1844, kwartierstaatnummer 475). Zij waren in 1784 getrouwd in Wouw en woonden daar ook in 1784 en 1785. In 1799 woonden zij in de gemeente Bergen op Zoom, op K36, en in 1815 in de buitenpoorterij van Berrege op nummer 40. In 1815 werd op de wijklijst Bergen op Zoom 10/K (bron 985) vermeld dat Jacob al dertig jaar op nummer 40 woonde, en Antonet al veertig jaar, dus respectievelijk sinds 1785 en 1775. Dat zou betekenen dat de ouders van Antonet, Petrus Jansen (Pieter) van Eeckelen (*Essen-Steenpaal, Antwerpen, België, 24/3-1720, ✞ Nispen, West-Brabant, 7/11-1775, kwartierstaatnummer 950) en Dijmpna Janssen van Achtmael (*Horendonk, Antwerpen, België, 13/10-1727, ✞ Nispen, West-Brabant, 26/2-1765, kwartierstaatnummer 951) in ieder geval het huis nummer 40 al eerder in hun bezit hadden en daar met dochter Antonet in woonden. Nu, beiden werden geboren en overleden in Essen-Nispen, maar Pieter kwam bij zijn huwelijk in 1750 “in met attestatie van Wouw”. De familie had dus wel iets van doen met in ieder geval de omgeving van sectie B.

Jacob bezat twee stukken grond in de buitenpoorterij, tegen de grens met Heerle (gemeente Wouw), een groot stuk onder de Bergsebaan, in de “agterste Kraggen” en een kleiner stuk erboven in “den Heiblok”. De volgende grond was zijn eigendom:

”den Heiblok”

  • B302: dennenbos
  • B303: heide
  • B304: hakhout
  • B305: dennenbos
  • B306: heide
2e blad kragge

Let op de windroos! Deze kaart is naar het noordoosten gezien. (Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

”ku(…)oosche Kragge”

  • B353: bouwland
  • B354: huis en erf
  • B355: bouwland
  • B356: bouwland
  • B357: weiland

”den agterste Kragge”

  • B358: weiland
  • B359: heide
  • B360: heide
  • B361: bouwland
  • B363: bouwland
  • B364: bouwland
  • B365: bouwland
  • B366: bouwland
  • B367: hakhout
  • B368: hakhout
  • B369: bouwland
  • B370: bouwland
  • B371: bouwland
  • B372: moestuin
  • B373: weg
  • B374: huis en erf
  • B375: bouwland
  • B376: bouwland
  • B377: bouwland
  • B378: bouwland
  • B379: bouwland
  • B380: bouwland
  • B381: weiland
  • B382: bouwland
  • B383: bouwland
  • B384: heide
  • B385: heide
  • B386: bouwland
3e blad kragge

Dit kaartje is weer meer richting noordwesten gezien. Onderin de Wouwscheweg, waar de tegenwoordige A58 parallel aan loopt. (Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

B352 en B374 zijn huizen met erf (plus schuur bij B374). Het lijkt me niet dat Jacob alletwee de huizen zelf in gebruik had: waarschijnlijk woonde hij in het grote huis (of boerderij) in het midden: ‘de III Kragen’ (of derde Kragge), zie het kaartje hieronder. Die boerderij had twee toegangswegen, die ook allebei zijn eigendom waren. Zijn grond onder de Bergsebaan bestond vooral uit akkers, heide en weiden, zijn grond in ‘den Heiblok’ bevatte ook lapjes dennenbos en hakhout, waarvan ik vermoed dat er stukjes aangeplant loofbos bestemd voor kap bedoeld werd. 

Untitled kopie 3

Untitled kopie 2

Originele afbeelding: Historische Topografische Atlas Noord-Brabant 1836-1843, uitgeverij Nieuwland

kaartje7

Hetzelfde gebied op een kadasterkaart uit 1751 door bekende Ossendrechtse kaartenmaker H. Adan. De officiële naam is “kaart van de in cijns uitgegeven percelen, gelegen in de 11e Hoek genaemt de Leeuwerck en de Krage”, de meeteenheid is ‘blooise roeden’: 100 blooise roeden = 15 centimeter. (Afbeelding: RHC ’t Markiezenhof)

Onderstaand kaartje geeft de ligging van Jacobs grond op de huidige kaart weer. Dat wil zeggen ongeveer, want door herkaveling zijn de lijnen van de kadasterkaartjes niet helemaal meer te herkennen. Het land in de Agterste Kragge wordt doorsneden door de ‘Zeeuwse Lijn’ sinds 1863. De ‘Agsterse Kragge’ is ook niet gebruikt (behalve het zuidelijkste puntje) voor ’t aanleggen van de vuilstortplaats: het grootste deel is nog steeds in gebruik als landbouwgrond, al zijn er wel wat huizen bijgebouwd. Op het naburige land links is later de Däneborg, het gebouw van scouting Zoomgroep gebouwd. Jacobs land in ‘den Heiblok’ ligt niet meer aan bos of heide, al is op het kaartje helemaal onder wel te zien hoe de situatie vroeger was. Goed te zien ook is de ligging vlak bij de gemeentegrens tussen Bergen op Zoom en de gemeente Wouw, nu de gemeente Roosendaal. Dit zou ’n beetje kunnen verklaren dat er in de naaste familie veel ‘geswitched’ wordt tussen geboorteplaatsen/geboortegemeenten, ondanks dat ze ’t grootste deel van hun leven bij in dezelfde buurt bleven wonen. Zo werd zijn dochter Cornelia Uijtdewilligen (*Bergen op Zoom, 9/10-1791, ✞ Wouw-Herelsestraat, West-Brabant, 22/10-1887, kwartierstaatnummer 237) waarschijnlijk geboren in het huis waar we hier over spreken, maar stierf zij wel op Heerle of in de buurt daarvan, evenals haar man Jan van Eekelen (*Essen, Antwerpen, België, 29/4-1790, ✞ Heerle, West-Brabant, 10/4-1841, kwartierstaatnummer 236). 

kaartje5 kopie

Originele afbeelding: Bing Maps

Deze kaart en bovenstaande uitsnede geven de situatie van wat Jacobs land was in 1836-1843 weer. Zowel ten noorden als ten oosten lag een groot heidegebied met vennen. Daar is niets meer van over, maar ik ken de heide wel als het gebied waar mijn voorvader in mannelijke lijn Jan Bernaards (*Steenbergen, West-Brabant, 5/2-1815, ✞ Heerle, West-Brabant, 19/4-1891, nummer 119 in de stamboom Bernaards). Zo blijft dit toch een stukje Berrege waar mijn wortels (mede) liggen.

 

De grond van mijn Halsterse voorouders

Eigenlijk ben ik nog steeds bezig met kaartjes, maar nu net wat anders. Sinds Watwaswaar per 1 januari dit jaar opgeheven is, staat er een hoop online op de website van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Voor deze serie duik ik in het kadaster over de periode 1811-1832. Welke grond bezaten mijn voorouders? Waar op die grond woonden zij (hoogstwaarschijnlijk)? Aan de hand van de topografische atlas 1836-1843 probeer ik ook uit te leggen wat de “aardrijkskundige context” was van deze grond. Vandaag deel 1 van deze nieuwe serie: de gemeente Halsteren sectie A t/m H, dus inclusief Lepelstraat en de Noordgeest (zoals Krabben natuurlijk wel weten uit “ei lekkeren dweil oe ist”, Halsteren grenste vóór 1962 bekant tot aan de Zoom). Bekijk de overzichtskaart.

kaartje 3

kaart 1

Afbeelding: Historische Atlas Noord-Brabant 1836-1843, uitgeverij Nieuwland

kaart 2

Wat provisorisch bewerkt, maar beeld u even in dat de bovenste helft op de onderste helft aansluit. (Afbeelding: Historische Atlas Noord-Brabant 1836-1843, uitgeverij Nieuwland)

De RK schuurkerk

We beginnen bij de katholieke schuurkerk. Zoals ik eerder beschreef bij het kaartje van de West-Brabantse parochies was Halsteren een grote parochie, die ook de Zeeuwse eilanden Tholen en Sint-Philipsland omvatte. Ondanks dat moesten zij wel kerken in een schuur in Lepelstraat (de Republiek was niet zo tolerant als wij op school geleerd hebben; katholicisme werd gedoogd en mocht dus geen gebouw gebruiken dat als kerk te herkennen was). Napoleon gaf de katholieken hun oude kerkgebouwen weer terug en zodoende was de oude Sint-Martinuskerk weer katholiek. Dat werd ook in het kadaster aangegeven, de gereformeerden hadden inmiddels een nieuw gebouw in gebruik op de plek waar nu de Sint-Quirinuskerk staat. Uit onderstaand fragment blijkt wel dat de “Roomsche gemeente van Halsteren” nog steeds de schuur plus kerk, op nummers A283 en A284 (sectie Lepelstraat), in bezit had.

schuurkerk lepelstraat

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

De weduwe van Hendrik van den Kieboom

  • woonachtig in de gemeente Halsteren
  • sectie A, toponiem “de ‘s-Heerenhoefschenhoek”.
  • A514: bouwland
  • A515: huis, schuur en erf
  • A516: boomgaard
  • A517: water

Dit is Petronella Henrici Kleijnen (*Halsteren, 6/1-1742, ✞ aldaar, 11/9-1827, kwartierstaatnummer 449). Hendrik was in 1794 reeds overleden. Ik had al het vermoeden dat de lijn Van den Kieboom waar ik van afstam (zes keer Hendrik van den Kieboom, tussen 1724 en mijn overgrootvader) in de buurt van Lepelstraat woonde, en de naam komt ook veel voor in dat dorp. Dat blijkt in ieder geval bij dit echtpaar in de bocht in de oude Steenbergseweg bij Klutsdorp te zijn. De ‘s-Heerenhoef waar het toponiem over gaat lag (of ligt?) iets ten noordwesten van deze bocht.

kieboom3

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

kieboom

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

kieboom2

Afbeelding: Bing Maps

Pieter Dietvorst

  • dekker, woonachtig in de gemeente Halsteren
  • sectie C (Halsteren-dorp) toponiem de Oude Molen
  • C164: hakhout
  • C165: weiland
  • C166: bouwland
  • C167: moestuin
  • C168: huis, schuur en erf

Het gaat hier mogelijk om Pieter (Pierre) Dietvorst (*Halsteren, 25/1-1752,✞ aldaar, 28/11-1811, kwartierstaatnummer 282). Hij is dan wel in het eerste jaar van de periode die dit kadaster beslaat overleden. Zijn grond lag óf in een bocht in de Steenbergseweg bij de Oude Molen die nu niet meer bestaat, of deels aan De Mere, een straatje dat tegenwoordig doodloopt maar vroeger naar Lepelstraat liep.

dietvorstP3

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

dietvorstP

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

dietvorstP2

Originele afbeelding: Bing Maps

Michiel Jaspers

  • arbeider woonachtig in de gemeente Halsteren
  • sectie C (Halsteren-dorp)
  • C339: moestuin
  • C340: huis, schuur en erf
  • C341: huis
  • C342: huis

Michiel Jaspers (*Rucphen of Hoeven, rond 1760,✞ Halsteren-dorp, 3/8-1830, kwartierstaatnummer 228) bezat meerdere huizen achter de oude Sint-Martinuskerk (ook wel Mussengevecht), het oudste stukje Halsteren. Zijn grond lag aan de overkant van die van Jan Nuijten (zie onderstaande). Het kaartje is ook bij Jan Nuijten te zien.

jaspers

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Jan Nuijten

  • arbeider, woonachtig in de gemeente Halsteren
  • sectie C, Halsteren-dorp
  • C348: huis en erf
  • C349: huis en erf
  • C350: moestuin

Ook Joannes Dingemans (Jan) Nuijten (*Essen, België, 12/5-1758,✞ Halsteren-dorp, 5/4-1837, kwartierstaatnummer 166), had eveneens zijn grond achter de oude kerk, maar dan aan de kant van de Brabantse Wal. 

nuijtenJ

Jan Nuijten was een buurman van een stukje landbouwgrond van de Halsterse diaconiearmen. Bood dit stuk grond misschien een schamel bestaan aan hen? (Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

jaspersM en nuijten

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

de weduwe van Denis Nuijten

  • woonachtig in de gemeente Halsteren
  • sectie C: Halsteren-dorp
  • C467: huis en erf
  • C468: moestuin
  • sectie D: de Noordgeest
  • D180: huis en erf
  • D181: moestuin

Dit is Johanna Laurijssen (*Roosendaal, 26/9-1785, ✞ Bergen op Zoom, 6/6-1858, kwartierstaatnummer 155). Haar echtgenoot Dionijsius (Denis) Nuijten overleed in 1821 te Halsteren. Belangrijk is dat bij de grond in de Noordgeest niet zeker is of dit van hem was of van Deonisius Nuijten (1792-1864). Hij woonde ook in Halsteren en had een vrouw van de Noordgeest, maar was ook familie van Michiel Jaspers (zie hierboven), die weer op ’t dorp Halsteren woonde. 

nuijtendenis

De grond aan de Halsterse Dorpstraat. (Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

nuijtendenis2

De ligging van het andere huis aan de huidige Kwartierslaan, ten oosten van het oude centrum van de Noordgeest. (Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

nuijtendenis4

Ongeveer de tegenwoordige plek van ’t huis op de Noordgeest. (Afbeelding: Bing Maps)

Johannes Stoffels

  • arbeider woonachtig in de gemeente Halsteren
  • sectie D, de Noordgeest
  • D97a: huis en erf
  • D97b: bouwland

Komen we nu wel een beetje bij ’t hoogtepunt van dit artikel, voor mij dan. Het gaat hier om Johannes Stoffels (*Halsteren-Noordgeest, 13/8-1792,✞ gemeente Halsteren, 16/7-1857, kwartierstaatnummer 246). Er zijn twee “Melanens”, de Groote Melanen ten noorden van de Randweg en de Kleine Melanen ten zuiden ervan, tegenwoordig ingesloten door de wijken Noordgeest en Meilust. Johannes woonde aan de Kleine Melanen, aan de huidige Portugalstraat, op een stukje land ingesloten door een veel groter stuk land dat van Joris Bastiaanse was (zie onderstaande). Johannes Stoffels was een kleinzoon van een militair uit Tongeren, zijn vader Martinus werd ook binnen de Noordgeest geboren (misschien wel op dezelfde plek!) en zijn moeder kwam uit de Auvergnepolder. Zijn dochter Adriana Stoffels (1830-1911) trouwde met Thomas Adriaansen (1830-1905), kwartierstaatnummers 122 en 123, van hen was mij al eerder bekend dat ze bij de Kleine Melanen woonden, maar dan niet op het Halsterse deel, maar het Bergse, op nummer 1. Verdere afbeeldingen vindt u bij Joris Bastiaanse.

stoffelsj

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

stoffelsj1

Originele afbeelding: Bing Maps

(de weduwe van) Joris Bastiaanse

  • woonachtig binnen de gemeente Halsteren
  • sectie C: de Noordgeest
  • D97: heide
  • D98: heide
  • D99: bouwland
  • D100: moestuin
  • D101: weiland
  • D102: huis en erf
  • D103: bouwland
  • D104: heide

Georgius (Joris) Bastiaens of Bastiaanse (*Veldwezelt, Belgisch Limburg, 27/1-1760, ✞ Halsteren-Noordgeest, 20/9-1811, kwartierstaatnummer 158) was waarschijnlijk militair die na zijn loopbaan in ’t leger ging boeren. Hij overleed in het eerste jaar van de periode die deze kadasterregistratie omvat, het grootste deel van de vermeldde gegevens betreft dus een eigendom van zijn weduwe Cornelia Moerbeek (*Bergen op Zoom, 13/10-1770, ✞ Halsteren, 9/6-1849, kwartierstaatnummer 159). Joris woonde, net als bovenstaande Johannes Stoffels, vlakbij de Kleine Melanen en had behoorlijk wat grond, dat aan de noordzijde zelfs een puntje van Fort Pinssen raakte. De huidige Portugalstraat loopt over zijn grond, alsmede een stuk van de Randweg.

stoffelsJ2

De registratie van de grond van buren Johannes Stoffels en de weduwe van Joris Bastiaanse. (Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed).

bastiaansejoris

Het blauwgekleurde land (dus ook dat van Bastiaanse en Stoffels), ging per 9 november 1961 over van Halsteren naar Berrege. De Kleine Melanen zelf behoorde in 1811 al tot die gemeente. (Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

bastiaansejoris2

Originele afbeelding: Bing Maps

’t Veer op Tholen

Blijkbaar was de gemeente Tholen eigenaar van het hele veer over de Eendracht, sectie H, nummer 1. Dat wil overigens niet zeggen dat de Brabantse kant van dit veer Zeeuws gebied was. De ligging werd overigens vermeld als “zeedijk”. Zout water, immers.

tholen

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Josephus van den Boom

  • arbeider woonachtig te Bergen op Zoom
  • sectie H: de nieuwe Bijmoerpolder
  • H87: moestuin

Deze is wat lastig. Mijn voorouder Joseph van den Boom (*Heerle-Hazelaar, 5/10-1782, ✞ aan de Beijmoerendijk te Halsteren, 23/4-1852, kwartierstaatnummer 152) woonde, zoals er dus staat, in de Halsterse Beijmoerpolder, maar het kadaster vermeld Bergen op Zoom als woonplaats. In dat kadaster vond ik alleen zijn moestuin, in de buurt van de Oude Tholenseweg. 

boomvandenj1

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

boomvandenj2

Originele afbeelding: Bing Maps

 

Kaarten: Zeeland in 1580 en 1812

kaartje1

Ik blijf nog heel even kaartjes maken. In 1546, óf in 1560, óf in 1580, vlak vóór de 80-jarige oorlog, maakte beroemd kaartenmaker Jacob van Deventer een kaart van ’t gewest Zeeland en omgeving. Toen ik net bekend raakte met geschiedenis leerde ik deze kaart al kennen; ze viel me vooral op omdat bij ’t dorp waar ik opgroeide, Halsteren, twee puntjes stonden die ik niet kende, Polder en S. Quirijn. Op Polder kom ik subiet terug, maar met S. Quirijn wilde Van Deventer simpelweg de kapel voor Sint-Quirinus, de tweede beschermheilige van Halsteren naast Sint Maarten, aanduiden.

Deze gedetailleerde en ook goed leesbare kaart van de Zeeuwse eilanden leek me een mooi vervolg op ’t kaartje van de bevolkingsgroei in West-Brabant die ik hiervoor maakte: daarop was als men goed keek te zien dat ’t relatieve aantal gemeenten in Zeeland veel groter was, en de gemeenten waren kleiner. De kleigronden waren natuurlijk van oudsher ‘meer waard’ dan de Brabantse zand-, bos- en heidegronden en dus dichter bevolkt. Vergelijk bovenstaande kaart ‘ns met de kaart hieronder, die de gemeenten van Zeeland weergeeft in 1812 (bewerkt naar gegevens uit de databank van Hic Sunt Leones)

2

Allereerst wat over Jacob van Deventer. Hij werd waarschijnlijk geboren in Kampen (Overijssel) rond 1500/1505, en studeerde vanaf 1520 aan de Universiteit van Leuven. Hij overleed te Keulen in 1575, wat aannemelijk maakt dat de ingekleurde kaart die ik gebruikte voor mijn ‘remake’ zelf ook een remake is, en dan waarschijnlijk van deze kaart. Van Deventer maakte veel kaarten en plattegronden, vooral van steden in de Nederlanden. Hieronder zal ik aan de hand van de ingekleurde versie wat verder uitweiden over dingen die mij opvielen bij ’t bewerken van Van Deventers kaart.

 

Wat opvalt aan de kaart in z’n algemeen: ze is gemaakt vóór de 80-jarige oorlog begon: de Republiek bestond nog niet en Zeeland was nog katholiek. Da’s ook goed te zien aan de kloosters die Van Deventer heeft aangeduid. Vlaanderen en Brabant hebben dezelfde kleur om één of andere reden, maar Wulpen en Biervliet, twee eilandjes in de Westerschelde, hebben dan weer hun eigen kleur.

kaartje 3

Goedereede

Ik dacht eigenlijk dat Goeree (of Goedereede) alleen de naam van het eiland was, maar er ligt ook een gelijknamige stad op! Belangrijk detail is dat Goeree-Overflakkee door Van Deventer tot Zeeland werd gerekend (maar niet helemaal, zie Bommenede en Sommelsdijk). Ik weet dat in ieder geval de Zeeuwen en Flakkeeërs nogal wat strijd hebben, maar feitelijk is het eiland meer Zeeuws dan wat anders. Kijk bijvoorbeeld ‘ns naar Goeree’s Wikipedia-artikel“Goedereede (Zeeuws: Goeree) is een stad en voormalige gemeente in de Nederlandse provincie Zuid-Holland”.

goeree

Bommenede en Sommelsdijk

Allereerst Bommenee: een verdronken stad à la Reimerswaal. Het lag op het noordelijkste puntje van Schouwen, maar was Hollands gebied tot de Staten van Holland beseften dat ze wel erg veel geld moesten inleggen om de stad droog te houden en ze in 1687 overdroeg aan Zeeland. Bommenede was wel tot in de 19e eeuw een eigen gemeente! Hetzelfde verhaal maar dan omgekeerd gaat over Sommelsdijk, op de kaart aangegeven als ‘Somerdijck’. Dit dorp op Flakkee hoorde juist van oudsher weer bij Zeeland. Een aantal van mijn Thoolse en Reimerswaalse voorouders woonden tijdelijk in Sommelsdijk, voornamelijk om werkzaam te zijn in de meekrapteelt. Mijn voorvader Marinus Philips Camhoot bijvoorbeeld (1642-1677, zie kwartierstaatnummer 6766) of mijn voorvader Job Kerpel (1690-, zie kwartierstaatnummer 1692). Zij werden er zelfs geboren. Van Deventer (of diegene die zijn kaart rond 1580 heeft ingekleurd) mag dan Goeree en Overflakkee dezelfde kleur gegeven hebben als Zeeland, hij was schijnbaar wel op de hoogte van deze twee enclaves, want rondom Bommenede en Sommelsdijk tekende hij een klein stippellijntje.

sommelsdijk

Voorne-Putten

Eiland of waard (zijn ze volgens mij niet helemaal over uit) ten zuiden van Rotterdam. Onder anderen Den Briel ligt erop, de stad die Alva op één april verloor. Verwarrend was dat Van Deventer zowel Voorne-Putten als Flakkee aanduidde met “Voorn”. Dat wordt weer verklaard uit ’t gegeven dat Goeree, het eiland waar Goedereede en Ouddorp op liggen, vroeger werd aangeduid als Westvoorne. Waarom weet ik niet, maar het maakt wel aannemelijk dat Flakkee dan “Oostvoorne” of iets van die strekking genoemd werd.

Dordrecht

Vraagje aan de locals. Ik heb Dordrecht eigenlijk van mijn eigen bewerking afgesneden, maar op Van Deventers originele kaart is het goed te zien: de stad staat bijna in z’n geheel onder water. Was dat echt zo? Ik dacht altijd dat Dordrecht tot ver in de gouden eeuw één van de meest bloeiende steden van Holland was! Stuur mij even ’n berichtje als u meer weet.

dordrecht

Raamsdonk

Onderstaand inzetje kan ik prima lezen: het is ongeveer het gebied wat nu zo’n beetje geldt als “poort naar de Biesbosch”. In de Biesbosch lagen trouwens ook dorpjes vroeger (volgens de overlevering zelfs “72 parochies”, maar de verdronken dorpjes zijn niet aangegeven zoals in bijvoorbeeld in verdronken land van Zuid-Beveland (zie verderop deze pagina). Dat komt waarschijnlijk omdat de Biesbosch al in 1421 volliep, simpelweg te lang geleden om herinnert te worden. Bon, hieronder staan dus “S Geertrudenberge”, Geertruidenberg, “Waspijck”, Waspik, “Oisterhout”, Oosterhout en “Houte”, Den Hout (overigens het dorpje wat maakt dat Oosterhout Oosterhout heet). Bovenin zien we, aan “doude Maes”, Raemsdonc liggen, maar wat ligt eronder? Is dat een klooster?

raamsdonk

Op onderstaande uitsnede van de zwart-wit-variant is het wat beter te lezen: “Chartusers”..

raemsdonc

Onser Vrou op See

Was een kapel in de duinen van Schouwen, bij Renesse. Zij werd in de 15e en 16e eeuw gebruikt als een soort strafbedevaartsplaats door de stad Zierikzee. Rond te tijd dat deze kaart getekend werd ging ’t kapelletje ten onder aan zandverstuivingen. (Bron: Meertens Instituut)

onser vrou op see

Westenschouwen

Lijkt een geografische aanduiding, maar dit is daadwerkelijk een dorpje bij de Schouwense duinen. In 1816 werd de gemeente als opgeheven, ze valt tegenwoordig onder Burgh-Haamstede. Over Westenschouwen en haar in 1845 afgebroken kerktoren bestaat een mooie legende, met in de hoofdrol een zeemeermin. De duinen van Schouwen hebben trouwens sowieso mijn interesse, ze zijn erg breed en de landschappen doen niet erg Zeeuws aan. Ze zijn zelfs zó breed dat men er vroeger ook in woonde: kijk maar naar de familie Beijers van Voxdael, de voorouders van Cathelijne Beyers uit Wuustwezel (1641-1694, kwartierstaatnummer 4279). Die familie kwam via Ossendrecht uit het ‘Voxdael’ (vrij vertaald Vossendal), “een half uur gaans van Heemstede”, waar ze in de 14e eeuw woonde. Dat moet ergens hier geweest zijn.

westenschouwen

Bossen_bij_WestenschouwenBossen en een ven bij Westenschouwen. Dit plaatje zou men eerder van de Brabantse Wal verwachten dan van Schouwen, niet? (Afbeelding: Lymantria/Wikimedia Commons)

Oisterstein

Geen dorp maar een oud kasteel, gelegen bij Oosterland op Duiveland, waarvan de vroegste delen rond 1360 gebouwd werden.

oisterstein

Sint-Philipsland en Moggershil

Aangeduid als “Phs landt”, was één van de verdronken dorpen rond Tholen die rond 1600 herbedijkt en opnieuw bevolkt werden. Bijvoorbeeld door het echtpaar Arent Rochusse Steen (1649-1722, kwartierstaatnummer 6682) en Janneken Aelbrechts van de Luijster (*1647, kwartierstaatnummer 6683). Hij kwam uit Kapelle en zij uit Biezelinge. Op die schaal is dat nooit gebeurd bij ’t nabijgelegen Moggershil. Dit dorpje wat voor ’t eerst in 1440 in de archieven voorkomt verdrinkt waarschijnlijk bij de Allerheiligenvloed van 1570, maar komt nog tot 1631 op kaarten voor als een dorp op het land. Mijn voorouder Gillis Jobs (*rond 1555, kwartierstaatnummer 53.988) werd in Moggershil geboren.

flupland

Stavenisse

Bij Stavenisse ging ’t ongeveer hetzelfde als bij Sint Philipsland en Noord-Beveland, alleen kwamen op de herbedijking van laatste veel buitenlandse immigranten af. Ik heb best wel wat voorouders in Stavenisse, maar bijna niet vóór 1600. Ze kwamen bijvoorbeeld uit Oud-Beijerland (Arent Stoutkensdijck, kwartierstaatnummer 26.928), ’t naburige Scherpenisse (Neeltje Jacobse Priem, kwartierstaatnummer 26.931), Sint-Maartensdijk (Abel Abels, kwartierstaatnummer 26.956) of Woensdrecht (Hendrik Cornelisz Steendijk, kwartierstaatnummer 13.496). Bij ’t maken van de kaart stond Stavenisse nog onder water, maar ze was nog niet vergeten..

Stavenisse

Westkerke

Er zijn veel Westkerke’s in Zeeland en Vlaanderen. Eén daarvan is Westkerke onder Scherpenisse. Er is weinig meer van over, wat rest zijn een vliedberg (of terp, werve, wierd, zo u wilt) over, die al bestond rond het jaar 1000 (!), een paar huizen en een adellijk geslacht. Opvallend: Westkerke zou tot 1816 een zelfstandige gemeente zijn geweest, maar was volgens andere bronnen (die ik gebruikt heb voor het kaartje van Zeeuwse gemeenten bovenaan) al bij de vorming van de Nederlandse gemeenten in 1812 deel van Scherpenisse.

westkercke

‘s-Heer Boudewijnspolder of Polre

Een verdronken dorp bij Halsteren waar bijna niemand meer vanaf weet. Het lag in de huidige Auvergnepolder tussen Halsteren en Tholen. Ik wil u allemaal aanraden om het boek “Polre” van P.J.M. van de Watering te lezen, hoe het begin en einde van dit dorpje tot op elk detail is gereconstrueerd. De Auvergnepolder werd, samen met de Glymespolder (beiden vernoemd naar Bergse markiezen) in de 18e eeuw opnieuw ingepolderd.

polre

Hildernisse

Op het mooiste plekje van de Brabantse Wal ligt een unieke vloedboerderij, een laatste restant van Hildernisse; een verdronken dorp dat een Zeeuwse enclave vormde op de Brabantse oostkust van de Oosterschelde. 

hildernisse

Verdronken land van Zuid-Beveland

Over Reimerswaal, haar omgeving en hun treurige lot zou je een boek kunnen schrijven. Daarom wil ik er niet te diep op ingaan, maar ’t beperken tot de naampjes op de kaart en mijn voorouders uit het verdronken land.

Leuk aan deze kaart is dat de dorpen in het verdronken land apart aangeduid zijn: we zien Couwerue (Couwerve), Lodijck (Lodijke), Reijmerswale (Reimerswaal), Yrsukeroirt (Yersekeroort), Duuene (Duvenee), Nieukerke (Nieuwkerke), Brouc (Brouck), Creek (Kreke), Tolsende (Tolseinde), Nieulande (Nieuwlande), Steenbleij (Steenvliet), Crabbendijck (kennen we nog steeds als Krabbendijke), Scodee (Schoudee), Oweringe (Overinge?), Ewerswart (Everswart), Maren (Maire), Rijlandt (Rilland), Inckelenoirt (Hinkelenoord bij Woensdrecht), tBadt (Bath) en Agger. In mijn stamboom zijn enkele voorouders te zien die uit Reimerswaal vluchtte toen deze stad door meerdere watersnoodrampen ten onder ging. Bijvoorbeeld: Jan Jobse Cerpel (kwartierstaatnummer 13.536). Geboren rond 1600 te Reimerswaal, huwde in 1630 te Sommelsdijk, maar woonde waarschijnlijk grootste deel van de tijd in Tholen. Leentken Cornelis (kwartierstaatnummer 12.751), kwam uit Reimerswaal en huwde in 1606 met de Oosterhoutse pottenbakker Adriaen Vetten. Zij woonden in Bergen op Zoom. De kinderen van het echtpaar Jacob Moeijelijcker en Willemken Willems (kwartierstaatnummers 13.520 en 13.521) kwamen vanuit Reimerswaal terecht in Tholen. Herman Heijnericksz van Gulijck (kwartierstaatnummer 53.982) vluchtte in 1615 met zijn vrouw Anna uit Reimerswaal naar Scherpenisse, waar hij zijn beroep als schipper voortzette. Of Clement Lievense Mol (kwartierstaatnummer 13.528) en Adriaen Jans Camhoot (kwartierstaatnummer 27.064), die allebei rond 1600 uit Reimerswaal in Tholen terecht kwamen. 

Opvallend is dat ik nog nooit een “vluchteling” gezien heb die uit één van de verdronken dorpen kwam, er wordt bijna altijd enkel Reimerswaal aangegeven. Echter, er is een aanwijzing die ik kan benoemen. Die ligt bij mijn voorouder David de Jonge (*Goes, rond 1600, overleden te Colijnsplaat, 1645, kwartierstaatnummer 11.958). Hij was een zoon van kleermaker Sacharias de Jonge (*Breda, poorter van Goes in 1594) en Maijcken Cornelisdr. van Duvenee. Zij waren op 13 september 1587 gehuwd te ‘s-Heer Arendskerke. In haar achternaam zien we Duvenee, een van de verdronken dorpen ten oosten van Yerseke. Overigens heb ik in hun familie geen daadwerkelijke geboorten gezien in dat dorp: haar vroegst bekende voorvader (overgrootvader) Cornelis van Duvenee (kwartierstaatnummer 191.336) werd geboren rond 1485. Hij was schepen te Goes (1507-1510), burgemeester van Goes (1513-1516), “zangmeester van de zeven getijden” en dijkgraaf bewesten Yerseke. En dat laatste is dus geen verdronken land.

reimerswaal

Ten slotte zijn er nog een paar mooie herinneringen aan deze onbekende dorpen over: ingekleurde tekeningen van beeldbepalende kerken en kastelen gemaakt in ’t begin van de 17e eeuw.

brouck

Brouck of “Den Brouek” in 1624. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

yersekeroirt

Het tolhuis van “Yersickeroirt”, wat ongeveer ter hoogte van de huidige Bergse Plaat lag. Tekening uit 1625. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

1607 Reimerswaal

Zicht op Reimerswaal in 1607. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

1613 nieuwkerke

Nieuwkerke in 1613. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

1614 duvenee kerk

Ruïnes van de kerk van Duvenee in 1614. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

1615 couwerve

Ruïnes van waarschijnlijk de kerk van Couwerve in 1615. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

1616 tolseinde

Tolseinde in 1616. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

1623 Steenvliet

Steenvliet in 1623. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

everswart kerk 1620

Ruïnes van de kerk van Everswart in 1620. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

kreke kerk 1623

Ruïnes van de kerk van Kreke in 1623. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

nieuwlande 1617

Nieuwlande in 1617. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

schoudee 1619

Schoudee in 1619. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

vinckenisse 1621

Vinckenisse in 1621. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

bath

De toren van Bath, getekend aan de noordzijde en de oostzijde, in 1631-1636 door Claes Jansz. Visscher. (Afbeelding: Rijksmuseum Amsterdam/Zeeuwse Bibliotheek)

Valkenisse

Valkenisse aan de Westerschelde en Nieuwlande, in het stukje hierboven genoemd, waren twee verdronken dorpen die in 1812 nog hun eigen gemeente ‘kregen’. Nieuwlande werd in 1816 bij Krabbendijke gevoegd. Valkenisse had een net wat andere geschiedenis dan andere verdronken dorpen in ’t gebied: de Allerheiligenvloed van 1570 had tot gevolg dat het dorp aan de oostkust van Zuid-Beveland kwam te liggen: Rilland-Bath e.o. waren immers overstroomd. Bij een stormvloed van 1682 verging ook Valkenisse, maar een deel van de polders bleef bespaard en zo bleef ook de gemeente voortbestaan. In 1816 werd de gemeente toegevoegd aan Waarde; toch werd in 1846 het inwonertal nog als tachtig vermeld.

valckenisse

Honte

De Honte” is, in de bekendste uitleg, simpelweg een oude benaming voor de Westerschelde. Pas rond 1500 werd de Westerschelde de hoofdverbinding tussen de Schelde bij Antwerpen en de Noordzee, iets wat erg belangrijk was voor omliggende dorpen en steden. Zo raakte Bergen op Zoom bij ’t ‘verplaatsen’ van de hoofdarm van de Schelde in verval. Merk op hoe Van Deventer de Oosterschelde “Scaldis fl.” noemt, waarmee hij ze benoemde als ‘hoofdloop’ van de Schelde door Zeeland.

honte

Kwadendamme

Deze katholieke enclave in de ‘zak van Zuid-Beveland’ staat nog niet op deze kaart. Het is zelfs nooit een gemeente geweest: we moeten het plaatsen bij Oidekeskercke/Hoedekenskerke. Toch wil ik dit dorp graag benoemen, ten eerste omdat het wat vreemd is dat dit dorpje niét op Van Deventers kaart staat, ten tweede omdat het in de geschiedenis niet makkelijk geweest moet zijn een katholiek dorp staande te houden in dit deel van Zeeland en ten derde omdat Kwadendamme de “opvolger” zou zijn van een verdronken dorp aan de oostkant van de dijk: Oostende. Dit eigendraadse dorp kent u misschien tegenwoordig van de tropische dierentuin, de stroomtrein, ’t lokale bier, of het bluesfestival.

oidekeskercke

Sinoutskerke en Baarsdorp

Deze twee dorpjes ten zuidwesten van Goes staan op de kaart aangeduid als “Baersdorp en Sinout.”. Zij vormden tussen 1812 en 1816 (fuseerde toen met ‘s-Heer Abtskerke) een eigen ‘duogemeente’. Ze hebben nog iets gemeen: beiden hadden een klein, stokoud gotisch kerkje dat al lang geleden werd afgebroken (die van Baarsdorp in 1870, die van Sinoutskerke in 1906 na een grote brand, maar wel op de foto is gezet.

baersdorp

Sinoutskerke

De kerk van Sinoutskerke in 1887.

baarsdorp

De kerk van Baarsdorp vóór 1870 (!)

Stuivezand

Verdronken eiland in de Westerschelde ten zuiden van Baarland, waar bijzonder weinig over bekend is. De geschiedenis moet ongeveer hetzelfde zijn geweest als die van Orisand. 

stuuesant

Orisant

Dit verdronken eiland lag in de Oosterschelde, tussen Noord-Beveland en Schouwen. Dit eiland was al zo’n zeventig jaar in de golven verdwenen toen de vrouw van Willem van Oranje in 1598 op ’t idee kwam om het opnieuw in te dijken, net als bij Noord-Beveland, Sint-Philipsland en Stavenisse gebeurde op dat moment. In 1602 werd ermee begonnen, maar het was geen succes. In 1639 waren alle nieuwe inwoners alweer vertrokken. Een paar van die inwoners moeten mijn voorouder Grietken Roelandse (*Orisand, rond 1617, overleden te Colijnsplaat, 1652, kwartierstaatnummer 5959) en haar ouders Roelandt Cornelissen en Anneken Jooris geweest zijn. Er bestaat een mooie website over dit bijna vergeten eiland.

orisand

Wulpen

Nog zo’n eiland is Wulpen, één van drie eiland voor de Zeeuws-Vlaamse kust die rond 1570 in de Noordzee verdwenen. Misschien is ’t achteraf gezien wel erg bijzonder dat dit eiland zich überhaupt staande wist te houden in open zee. Wulpen was erg oud, het werd al vermeld in 1049, en zou zelfs de plek zijn waar in de negende eeuw een slag met de vikingen plaatsvond. “Breskein” op het inzetje hieronder is tegenwoordig beter bekend als Breskens.

wulpen

Sint-Anna-ter-Muiden

Ik schreef al eerder over de kleinste stad van Nederland (bij mijn voorouder Alette Schilleman, zie kwartierstaatnummer 749) en ben er twee jaar geleden ook even wezen kijken. Opmerkelijk is dat op de kaart van Van Deventer twee steden worden afgebeeld, even groot, aan weerszijden van het water: Muijen en Sluijs. Sint-Anna-ter-Muiden mag dan stadsrechten hebben, het was nooit even groot als Sluis en iemand heeft dan ook getracht om Sluis door te halen (het lijkt wel tippex). Wil de (her)tekenaar van deze kaart dat we Muijen als Sluijs zien? 

 sintannatermuiden

Oorderen en Oordam

Ik schrijf deze stukjes van links naar rechts, dus we schuiven even helemaal terug op richting Antwerpen. Hier zien we, tussen Lillo en Ekeren, niet het in de jaren ’60 gesloopte polderdorp Oorderen, maar Oordam, een beetje de tweelingzus van Oorderen aan de Schelde. Op de zwart-wit-versie van deze kaart staat Oorderen wél aangegeven.

oorderen

Kaartje: inwoners regio Bergen op Zoom, 1866 vs. 2016

150 jaar verschil in inwoneraantallen; hoe is dit kaartje buiten ’t gebruik voor stamboomonderzoek relevant? Sowieso heb ik al regelmatig in deze regio discussies gehoord over “wie de grootste is”. Maar, wie was in de periode 1865-1869, de tijd waarin de alom bekende gemeenteatlas gemaakt werd, de grootste? Wie is er het meest gegroeid? En wie niet?

Daarin zijn een aantal zaken te verklaren. De voorsteden van Antwerpen bijvoorbeeld, die van landelijke gemeenten voorsteden en ook districten van ’t Stad werden. De gemeenten rond Breda, waarin vanwege de keikleine omvang van de stad Breda in 1865 elke stadsuitbreiding sindsdien gebouwd werd, en daarom in de recente kaart ook grijs gekleurd zijn. Of de grote daling van inwoners in Doel..

Wat ik als regio definineer is inderdaad wat vaag. Een stuk West-Brabant, een stuk Oost-Vlaanderen, een stuk Antwerpen, Tholen en een stuk Zuid-Beveland. Ongeveer op welke gemeenten men uitkomt als men een hemelsbrede straal trekt rond Berrege. Of ’n ovaal. Staan er plaatsen bij die u niet kent? Dat kan goed, maar ’t blijft wel de regio. Wat helpt is breda-en-alles-daaromheen.nl. Dhr. Wittenbols bezocht bijna alle gemeenten die voorkomen in onderstaande kaartjes met zijn fotocamera en ook zijn haast altijd terechte mening.

Bath, BavelBerendrecht, Effen, Esschenhoek, Essen (1) en (2),Etten-Leur, Halsteren, Heerle, Hoeven (1) en (2), HuijbergenHoogstraten, Klein-ZundertKrabbendijke, KruislandKruiningen, Lepelstraat en de Klad Lillo, Loenhout, Meer, Meerle, Minderhout, Moerstraten, Nieuw-VossemeerNieuwmoerNispen, Oosterhout, Ossendrecht, Oudenbosch, Oud-Gastel, Oud-Vossemeer, Poortvliet, Prinsenbeek (1) en (2), Putte, Rilland, Rucphen, Scherpenisse, Schijf, Sint-Annaland, Sint-Lenaarts, Sint-Maartensdijk, Sint-Willebord, Sprundel, Stabroek, Stampersgat, Stavenisse, Steenbergen, Terheijden, Teteringen, Tholen (1) en (2), Waarde, Wernhout, Woensdrecht, Wouw, Wouwse Plantage, Wuustwezel, Yerseke, Zandvliet, Zegge, Zundert (1) en (2).

kaart 11