Édouard Van den Schrieck uit Antwerpen

Ik kreeg deze week een berichtje van dhr. Tiggelman uit Frankrijk. Hij kocht in 1970 op een brocantemarkt in Rijsel een gezinsfoto uit 1884. Hij zou graag zien dat deze foto terecht komt bij nazaten van de afgebeelde familie; en zeg nu zelf, als iemand in Nederland zo’n bijzondere foto van mijn betovergrootouders zou hebben zou ik hopen dat hij/zij hetzelfde deed. Bij dezen dus een zoekplaatje! Herkent u iemand?

Bekend is enkel wat het achterschrift luidt: “Famille Edouard Van den Schrieck, en 1884, à Anvers”. In mijn artikel over grondeigenaren in de Bergse Binnenstad van januari dit jaar schreef ik over Jean Joseph Jacques Jerôme van der Schriek, welgesteld man uit datzelfde Antwerpen. Hoe bijzonder zou het niet zijn als we hier met familie van deze vergeten Bergenaar te maken hebben?

(Foto’s: dhr. J. Tiggelman, hergebruik niet toegestaan)

dsc07688-3

6a7c048075b944bb9bdfc1a3954b1bfd

d50aad96c0014ab59665b58e301fbd16

dsc07694

 

Betovergrootooms- en tantes

Op zoek naar een portret van mijn laatste betovergrootouders waar ik nog geen foto van vond, maakte ik van de familie Van den Boom een klein overzichtje van broers en zussen. Om eens op internet naar een naast familielid te zoeken. Gaandeweg besefte ik dat het zoeken naar broers en zussen van betovergrootouders eigenlijk best wel interessante achtergronden geeft, en heb ik ’t onderzoek wat uitgebreid. Maar: hoe noem je deze familiebanden eigenlijk? Zijn ze mijn betovergrootooms- en tantes? Of oud-oud-ooms en oud-oud-tantes? Geen idee. Maar het blijft, relatief, nabije familie. Een overzicht van hen vindt u op de kwartierstaatpagina van mijn oudouders (generatie 6), in de stambomen Bernaards, Linders en Linders, en hieronder. Interessant, nietwaar?

  • Jacoba Antonissen-Linders (*Bergen op Zoom, 1867, aldaar, 1946)
  • Johanna Maria Appels-Musters (*Bergen op Zoom, 1881)
  • Pieternella Johanna Bakx-Musters (*Bergen op Zoom, 1888)
  • Johanna de Beer-Bernaards (*Bergen op Zoom, 1896, Tilburg, 1945)
  • Catharina Geertruida Bernaards (*Bergen op Zoom, 1883, aldaar, 1890)
  • Jacobus Bernaards (*Bergen op Zoom, 1882, aldaar, 1882)
  • Jacobus Bernaards (*Bergen op Zoom, 1890, aldaar, 1959)
  • Johannes (Jan) Bernaards (*Bergen op Zoom, 1878, aldaar, 1950)
  • Marinus Bernardus (Merijn) Bernaards (*Bergen op Zoom, 1892)
  • Wilhelmus (Willem) Bernaards (*Bergen op Zoom, 1884, Valkenswaard, 1958)
  • Johanna Catharina Bogers-van Dijke (*Ossendrecht, 1902, aldaar, 1983)
  • Cornelia van den Boogaard-Jonkers (*Halsteren, 1888)
  • Anna van den Boom (*Bergen op Zoom, 1879, aldaar, 1879)
  • Cornelis van den Boom (*Bergen op Zoom, 1872, aldaar, 1872)
  • Cornelis Johannes van den Boom (*Bergen op Zoom, 1876, aldaar, 1954)
  • Daniel van den Boom (*Bergen op Zoom, 1891, aldaar, 1892)
  • Elisabeth van den Boom (*Bergen op Zoom, 1889, aldaar, 1915)
  • Franciscus van den Boom (*Bergen op Zoom, 1879, aldaar, 1880)
  • Johanna van den Boom (*Bergen op Zoom, 1887, aldaar, 1888)
  • Johanna van den Boom (*Bergen op Zoom, 1894)
  • Johannes van den Boom (*Bergen op Zoom, 1883, aldaar, 1884)
  • Willem van den Boom (*Bergen op Zoom, 1880, aldaar, 1958)
  • Cornelia Maria Bruijs-Withagen (*Bergen op Zoom, 1875)
  • Mathilda Helena Dierikx-Huijps (*gem. Woensdrecht, 1883)
  • Antonetta Dongelmans-Bernaards (*Bergen op Zoom, 1887, Rotterdam, 1933)
  • Aloysia Anna Cornelia van Dijke (*Ossendrecht, 1898, aldaar, 1899)
  • Cornelis Aloijsius van Dijke (*Ossendrecht, 1894, aldaar, 1985)
  • Gerardus Marinus van Dijke (*Ossendrecht, 1891, aldaar, 1973)
  • Josephus van Dijke (*Ossendrecht, 1892, aldaar, 1977)
  • Petrus Johannes van Dijke (*Ossendrecht, 1895, Geleen, 1967)
  • Catharina Maria van Eekeren-Withagen (*Bergen op Zoom, 1892, aldaar, 1935)
  • Johanna Elst-Bernaards (*Bergen op Zoom, 1888)
  • Petronella Maria Elzakkers-Withagen (*Bergen op Zoom, 1884, aldaar, 1931)
  • Franciscus Maria Eijsermans (*Bergen op Zoom, 1877)
  • Johannes Eijsermans (*Wouw, 1866)
  • Adriana Franken (*Bergen op Zoom, 1880, aldaar, 1880)
  • Arnoldus Franken (*Bergen op Zoom, 1862, aldaar, 1934)
  • Cornelia Franken (*Bergen op Zoom, 1866, aldaar, 1866)
  • Johanna Franken (*Bergen op Zoom, 1894)
  • Johannes Franken (*Bergen op Zoom, 1865, aldaar, 1865)
  • Laurentius Franken (*Bergen op Zoom, 1859, aldaar, 1918)
  • Maria Franken (*Bergen op Zoom, 1868, aldaar, 1871)
  • Petronella Franken (*Bergen op Zoom, 1861, aldaar, 1861)
  • Petrus Nuijten (*Bergen op Zoom, 1898, aldaar, 1918)
  • Petrus Martinus Franken (*Bergen op Zoom, 1872, aldaar, 1872)
  • Theodorus Franken (*Bergen op Zoom, 1863, aldaar, 1864)
  • Theodorus Franken (*Bergen op Zoom, 1867, aldaar, 1867)
  • Cornelia Franken-van den Boom (*Bergen op Zoom, 1886)
  • Adriana Franken-Eijzermans (*Bergen op Zoom, 1881)
  • Cornelia Wilhelmina Franken-Musters (*Bergen op Zoom, 1874, Bergen op Zoom, 1947)
  • Jacoba van Geel-Eijzermans (*Bergen op Zoom, 1884)
  • Catharina Maria Giebelen-Bernaards (*Bergen op Zoom, 1894, Swalmen, 1917)
  • Antonetta Hagenaars-Franken (*Bergen op Zoom, 1877, aldaar, 1955)
  • Elisabeth Hagenaars-Franken (*Bergen op Zoom, 1871, aldaar, 1955)
  • Johanna Cornelia Hopmans-Stok (*Wouw, 1870, Bergen op Zoom, 1941)
  • Maria Cornelia (Marie) Huijbers-Bernaards (*Bergen op Zoom, 1898)
  • Maria Johanna Huijgens-Musters (*Bergen op Zoom, 1879)
  • Alphonsus Huijps (*gem. Woensdrecht, 1886, aldaar, 1968)
  • Petrus Huijps (*gem. Woensdrecht, 1888, aldaar, 1889)
  • Anna Elisabeth van Kempen-Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1879, aldaar, 1949)
  • Johanna Pieternella Hazen-Withagen (*Bergen op Zoom, 1890, aldaar, 1919)
  • Josina Agatha Hijmering-Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1876, 1953)
  • Johanna Jaspers-Linders (*gem. Woensdrecht, 1875, Roosendaal, 1969)
  • Johanna Jochems-Eijsermans (*Bergen op Zoom, 1879)
  • Cornelia Jonkers (*Halsteren, 1883, aldaar, 1886)
  • Elisabeth Maria Jonkers (*Halsteren, 1894, aldaar, 1895)
  • Joanna Jonkers (*Halsteren, 1878, aldaar, 1897)
  • Maria Catharina Jonkers (*Halsteren, 1880, aldaar, 1898)
  • Adrianus Richard (Janus) Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1890)
  • Dirk Hendrikus Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1875, aldaar, 1875)
  • Eduard Hubertus Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1892, aldaar, 1974)
  • Franciscus Jacobus Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1895, Rotterdam, 1963)
  • Frederika Johanna Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1898, aldaar, 1899)
  • Geertruida Hendrika Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1877, aldaar, 1878)
  • Geertruida Hubertina Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1881, aldaar, 1886)
  • Maria Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1867 aldaar, 1947)
  • Geertruida Hubertina Kersten-Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1887, Nijmegen, 1953 of 1961)
  • Hendrik Johannes van den Kieboom (*Halsteren, 1884, aldaar, 1884)
  • Johannes Marinus van den Kieboom (*Halsteren, 1889)
  • Marinus Jacobus van den Kieboom (*Halsteren, 1892, aldaar, 1892)
  • Marinus Johannes van den Kieboom (*Halsteren, 1896, aldaar, 1896)
  • Marijnus Johannes van den Kieboom (*Halsteren, 1899)
  • Petrus Jacobus van den Kieboom (*Halsteren, 1884, Bergen op Zoom, 1943)
  • Cornelia Klaassen-Eijzermans (*Bergen op Zoom, 1889)
  • Antonius Knoet (*Bergen op Zoom, 1884, aldaar, 1884)
  • Hendricus Wilhelmus Knoet (*Bergen op Zoom, 1881, aldaar, 1935)
  • Antoinetta Petronella Koolen-van Dijke (*Ossendrecht, 1900, aldaar, 1937)
  • Anna Cornelia Krijntjes-Linders (*gem. Woensdrecht, 1870)
  • Maria Langenberg-Withagen (*Bergen op Zoom, 1880)
  • Adrianus Linders (*gem. Woensdrecht, 1866, Vught, 1942)
  • Adrianus Linders (*Bergen op Zoom, 1869, 1869)
  • Cornelis Linders (*gem. Woensdrecht, 1865, Rotterdam, rond 1947)
  • Elisabeth Linders (*Bergen op Zoom, 1857, 1857)
  • Geertruda Linders (*Bergen op Zoom, 1861, 1865)
  • Jacoba Linders (*Bergen op Zoom, 1858, 1860)
  • Jacobus Linders (*Bergen op Zoom, 1877)
  • Johannes Linders (*Bergen op Zoom, 1865, aldaar, 1938)
  • Reinier Linders (*Bergen op Zoom, 1864, aldaar, 1934)
  • Willem Linders (*gem. Woensdrecht, 1881, aldaar, 1972)
  • Geertrui van Loenhout-Linders (*Bergen op Zoom, 1871, aldaar, 1939)
  • Adriana Cornelia Luijkx-Jonkers (*Halsteren, 1891)
  • Catharina Louisa Machielsen-de Vos (*gem. Woensdrecht, 1878 Roosendaal, 1960)
  • Maria Sophia Machielsen-de Vos (*gem. Woensdrecht, 1882)
  • Anthonetta de Moor-de Vos (*gem. Woensdrecht, 1886 Rotterdam, vóór 20/3-1929)
  • Sophia Catharina Musters-Huyps (*gem. Woensdrecht, 1880, Tilburg, 1931)
  • Jacobus Antonius Nuijten (*Bergen op Zoom, 1887)
  • Johannes Nuijten (*Bergen op Zoom, 1890)
  • Catharina Petronella Nuijten-Musters (*Bergen op Zoom, 1884)
  • Catharina Johanna van Overveld-Jonkers (*Halsteren, 1881)
  • Adriana Elisabeth Rijlaarsdam-Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1884, Leiden, 1913)
  • Geertruida Sneller-Knoet (*Bergen op Zoom, 1888, aldaar, 1953)
  • Cornelia Spijkstra-Knoet (*Bergen op Zoom, 1892, 1966)
  • Cornelis Stok (*Wouw, 1868, aldaar, 1869)
  • Jacobus Stok (*Wouw, 1871, Bergen op Zoom, 1930)
  • Johannes Stok (*Termunten, 1875, Wouw, 1875)
  • Petrus Johannes Stok (*Wouw, 1873, aldaar, 1874)
  • Maria Taheij-Linders (*Bergen op Zoom, 1873, aldaar, 1953)
  • Pieternella Maria (Nel) Tax-Bernaards (*Bergen op Zoom, 1880, aldaar, 1957)
  • Johanna Tax-van den Boom (*Bergen op Zoom, 1875, Vlissingen, 1956)
  • Maria Cornelia Tebbens-Knoet (*Bergen op Zoom, 1885, aldaar, 1962 of 1965)
  • Cornelia van Tilborg-Franken (*Bergen op Zoom, 1896)
  • Petronella Timmermans-Franken (*Bergen op Zoom, 1874, aldaar, 1938)
  • Johanna de Vos (*gem. Woensdrecht, 1888, aldaar, 1888)
  • Johannes Baptist de Vos (*Wassenaar, 1873 gem. Woensdrecht, 1956)
  • Julia Paulina de Vos (*gem. Woensdrecht, 1880 aldaar, 1896)
  • Ludovicus Johannes de Vos (*gem. Woensdrecht, 1877 aldaar, 1959)
  • Petrus Johannes de Vos (*gem. Woensdrecht, 1878 aldaar, 1884)
  • Adriana Withagen (*Bergen op Zoom, 1878, aldaar, 1905)
  • Helena Withagen (*Bergen op Zoom, 1888, aldaar, 1909)
  • Johannes Godefridus Withagen (*Bergen op Zoom, 1883, aldaar, 1906)
  • Leonardus Marinus Withagen (*Bergen op Zoom, 1881, aldaar, 1884)
  • Petrus Paulus Withagen (*Bergen op Zoom, 1876, aldaar, 1910)
  • Waltherus (Walter) Withagen (*Bergen op Zoom, 1886, Sherburne, Minnesota, 1940)
  • Isabella Helena Withagen-Musters (*Bergen op Zoom, 1876, Bergen op Zoom, 1944)
  • Elisabeth van den Wijngaert-Knoet (*Bergen op Zoom, 1877 aldaar, 1958)

Beroemd en verwant: minister Dijsselbloem

Het is vaak niet zo moeilijk om een verwantschap te vinden met een BN’er of BV’er. Het verschil ligt ‘m er vooral in hoe hard je moet zoeken en hoe ver je moet gaan om die verwantschap te vinden. Naar aanleiding van een artikel uit de BNdeStem van vorig jaar was ’t dit keer niet zo moeilijk om gezamelijke wortels te vinden met Jeroen Dijsselbloem, minister van financiën en voorzitter van de Eurogroep.

16 maart 2015 bezoekt minister Dijsselbloem een bijeenkomst van de lokale PvdA. Hij maakt een stop in de Dubbelstraat en de Lievevrouwestraat; zijn moeder komt uit Berrege en woonde tot haar zeventiende aan de Noordsingel. De plaatsen in Berrege die hij noemt in het artikel komen terug in een stuk uit het Bergs Kwartierstatenboek Deel 2, pagina 96 t/m 99. Het is de kwartierstaat van kleermaker Jacobus Visser (*Bergen op Zoom, 1872, ✞ aldaar, 1948) en zijn vrouw Helena Cornelia Withagen (*Bergen op Zoom, 1873, ✞ aldaar, 1944). De bijdrage is van J. Dijsselbloem-Visser en ik ben er behoorlijk zeker van dat het gaat om de grootouders of overgrootouders van minister Dijsselbloem. Jacobus Visser was een zoon van pottenbakker Gerardus Visser (*Bergen op Zoom, 1827, ✞ aldaar, 1911) en Maria Elisabeth Schijvenaars (*Halsteren, 1841, ✞ Bergen op Zoom, 1922). Aan zijn vaders kant pottenbakkers dus; met wortels o.a. Baden-Württemberg, Delft en Den Haag. De moeder van Gerardus Visser was Catharina Noordhuizen (*Bergen op Zoom, 1791, ✞ aldaar, 1865). Zij was een zus van mijn voorouder Jan Noordhuizen (*Bergen op Zoom, 1798, ✞ aldaar, 1886, zie kwartierstaatnummer 74). Dat maakt al dat ik mijn voorouders aan die kant met minister Dijsselbloem deel, met o.a. het echtpaar Knoest-van der Haar; ook wel ‘het grootste raadsel uit mijn stamboom‘ genaamd.

Gaan we terug naar Maria Elisabeth Schijvenaars. Haar overgrootvader was Adrianus (Adriaen) Neefs (*Wuustwezel, 1738, ✞ Halsteren, 1789). Ook hier een gemeenschappelijke voorouder, zie kwartierstaatnummer 986. De echtgenote van Jacobus Visser, Helena Cornelia Withagen, stamt uit een tak van de bekende tuindersfamilie die niet heel populair zal zijn onder genealogen; twee generaties zonder bekende vader. Haar moeder was Cornelia Withagen (*Bergen op Zoom, 1826, ✞ aldaar, 1921), diens moeder Joanna Withagen (*Bergen op Zoom, 1804, ✞ aldaar, 1855). Joanna had een relatie met ene Martinus van Opstal uit Huijbergen rond 1825 en nog een keer met mineur en politieagent Jacob Hibbel in 1840. Vrij bizar detail: na het overlijden van Joanna in 1855 hertrouwde Hibbel met Cornelia Withagen, zijn stiefdochter dus. Ook in deze tak gemeenschappelijke voorouders, zij ’t wat minder dichtbij. De overgrootouders van Joanna Withagen waren Jan Withagen (*Essen, 1697, ✞ Bergen op Zoom, 1768) en Adriana Franssen (*Bergen op Zoom, 1693, ✞ aldaar, 1730), zie kwartierstaatnummers 668 en 1597

Uiteindelijk kan je dus wel zeggen dat met namen als Withagen en Neefs (Nefs) half Berrege familie is van de minister. Maar ’t blijft toch leuk om te vinden.

Update 20/6-2019:

Ik kreeg bericht van mevrouw Hoppenbrouwers-Taal:

Joanna Withagen had een buitenechtelijke relatie Martinus van Opstal uit Huijbergen. Van een huwelijk is nooit sprake geweest. Uit deze relatie is Cornelia Withagen geboren. In de officiële aktes van Bergen op Zoom is de naam van Martinus van Opstal nooit genoemd, echter het kind Cornelia is wel gedoopt. In de doopakte wordt wel de vader Martinus van Opstal genoemd, en in de akte staat ‘filia illegitma’. Dus een onwettig kind! Dankzij meneer pastoor weten we wie de vader van Cornelia Withagen is. Als Cornelia Withagen 14 jaar is, trouwt haar moeder Joanna Withagen met Jacobus Hibbel. Tien jaar later als Cornelia Withagen 24 jaar is krijgt ze van haar stiefvader haar eerste kind. Ook Joanna Withagen overlijdt in 1855; op dat moment heeft haar dochter Cornelia al een tweede kind van Jacobus Hibbel. Na het overlijden van Joanna Withagen krijgt haar dochter Cornelia nog zes kinderen van Jacobus Hibbel; alles buitenechtelijk maar wel erkend. Deze kinderen krijgen allemaal de naam van hun moeder: Withagen.

Hoogerheide: klassenfoto’s en verenigingen

Het is nog even wachten tot het West-Brabants Archief de beeldbank aanvult met de Zuidwesthoek (misschien na het digitaliseren/indexeren van het archief van de Huijbergse broeders?). In de tussentijd wil ik vier groepsfoto’s graag delen, die mijn overgrootmoeder J.C. (Julia) Linders-de Dooij (zie nummer 13) heeft bewaard. Herkent u misschien nog iemand?

l167

Groep van de maandelijkse Heilige Communie & KJV

Bovenste rij (v.l.n.r.): mej. van Peel (catechiste), San van den Bogert, Marie van der Velden, Martina van Paasse, Sjo Pals, Anna Linders, Nelie Linders, Lies Linders, mej. van Geloven (catechiste)

2e rij (v.l.n.r.): Cor van den Bergh, Julia de Dooij, Mien Disco, Sjo van Gaans, Anna Veraes, Rommers, Marie van den Bergh, Kee Konings, Jaan Kortus, Dina Groffen

3e rij (v.l.n.r.): Nel Goossen, Sjo Kortus, Jans Cleiren, kapelaan Driesens, Marie van Zundert, Julia Konings, Nelie van Opdorp

l165

Klassenfoto uit Hoogerheide (jaren ’20 of ’30)

Bovenste rij (v.l.n.r.): meester Arnold Franken, Peet Jansen, Janus Panen, Kees Sgouten, Adri van de Weygert, Sjef Dingemans, Sjef Goris, Corrie Eykers

2e rij (v.l.n.r.): onbekend, Jac de Dooij, Charles Stok, Eduard Palinckx, Vien van Hoof, J.B. Geers, Lowie van Pul

3e rij (v.l.n.r.): Jac Mous, Leon Cleiren, Tiest de Dooij, Fons Stok, Frans Palinckx, Michiels, Alfons Michiels, Adr. Adriaansen, Frans Verhezen

4e rij (v.l.n.r.): Simon Verhezen, Adr. Kuijlen, Fons Palinckx, Toon de Weert, Henri Schoutens, Toon Adriaanse, Jo Veresen

5e rij (v.l.n.r.): Piet Mous, Rinus van Ostaaij, Frie Adriaanse, Teo Kuijlen, Petrus van Gool, Kees Linders, Frans van Dun, Jan van Dun

l163

K.J.N. Hoogerheide, katholieke jeugdvereniging (1929)

Bovenste rij (v.l.n.r.): Marie Maas, Zeva Govaarts, Mien Verrest, onbekend, Leontien Verschuren, Dien Groffen, Lina Palinckx, Kee Konings, Lies Plompen, Rika van Hoof, Mien Disco, Sjan de Lang, Marie de Weert, Nellie Borremans, Jeanette van Oefelen, Lies Goosen, Sjan Sebrechts, Corrie Nuijen.

2e rij (v.l.n.r.): Jaan van Pasen, Nelie van Opdorp, onbekend, onbekend, Marie van Zundert, onbekend, Marie Louise Christ, Marie Palinckx, Virginie van der Velden, Til Hoeks, Nel Konings, Anna Veraes, Frida Somers, Marie Soffers, Wies Michielsen, Anna Goossen, Jaan Goossen.

3e rij (v.l.n.r.): jufr. van Geloven (catechiste), Julia de Dooij, Cor van der Berg, Wies van der Berg, Kee Konings, Sjo Pals, Jo Suijkerbuijk, Nelie Wezenbeek, Jans Cleiren, Nel Rommers, Mien van Opdorp, Marie van der Velden, Neel Disco, onbekend, Paula Christ.

4e rij (v.l.n.r.): Rosalie Matheeuwsen, onbekend, Kaat Bastiaansen, Marie Palinkx, Sjo van Gaans, Jaan Verbiest, Julia Konings, Kaat van der Berg, onbekend, Paula Hoeks, Julia Palinckx, Kaat Borremans, Jaan Kortus, Wies Goossen, Cato Aarden, Dien Dierckx.

Onderste rij, zittend (v.l.n.r.): Kaat Rommers, Tina van Paasen, Marie van der Berg, Kee Rommers, Marie Rens, Sjo Kortus, Lies Cleiren, onbekend, kapelaan Driessen, Nel Goossen, Jeanette Dingemans, Mien Soffers, Annie van den Heuvel, Marie Snoeiers, Leen Konings.

l166-2

De 4e en 5e klas in de tuin van het Sint-Philomenagesticht in Hoogerheide (ongeveer 1925)

Bovenste rij (v.l.n.r.): Sjan Sluyts, Lies van Hoof, Kaat van Pul, Dien van Oevelen, Cor Michielsen, Wies Bogers, onbekend, Annie Poulus, Cato Aarden, Nelie Schuurbiers, Annie van den Heuvel, Cor Verbiest, Emma van Hoof

2e rij (v.l.n.r.): Marie Moerken, Kaat Nuyts, Wies van Gool, Kee Adriaansen, Sien van Zundert, Sjan de Lang, Marie van Tilburg, Julia Pals, Kee Verbiest, Jo Adriaansen, Janet Dingemans, Lies Goossens, Sjan Sebrechts, Cor Nuijen, Marie de Weert, Cato Snoeijers, Til de Dooij

3e rij (v.l.n.r.): Net van Oevelen, Wies Kortus, Leoni van Gool, Wies Cleiren, Marie Machielsen, Jo van Gool, Isa van Hooidonk, Marie Teunis, Lies Moerkens, Marie Snoeiers, onbekend, onbekend, Jaan Oerlemans, Marie Theuns, onbekend

Gefeliciteerd, West-Brabants Archief!

Uit de BNdeStem van gisteren: “West-Brabants Archief nu een feit”. En da’s mooi nieuws! Want welke locatie is er nu beter voor een internationaal archief dan het Koetshuis van ons mooie Markiezenhof? Bergen op Zoom als historisch centrum van de regio, oude tijden lijken te herleven. Dus past er in dit rijtje eigenlijk niets anders dan een wat trots en enigzins chauvinistisch rijtje van plaatsen waar Berrege de geschiedenis (in ieder geval de komende jaren) van mag beheren. Veel succes, WBA!

Achterbroek, AchtmaalBergen op Zoom, BosschenhoofdCalfvenDinteloord, Essen, EssenhoekEtten-LeurFijnaartHalsteren, De Heen, Heerle, Heide, ’t HeikeHeimolen, HeijningenHoevenHoogerheide, HorendonkHuijbergen, Kalmthoutde Kladde, Klein-ZundertKlundertKlutsdorp, KruislandLepelstraat, Moerdijk, MoerstratenNieuw-Vossemeer, NieuwmoerNispenOssendrecht, Oud-Gastel, OudenboschPutte, Roosendaal, RucphenRijsbergen, Schijf, SprundelStampersgat, StanddaarbuitenSteenbergen, Welberg, WernhoutWildertWillemstadWoensdrecht, Wouw, Wouwse Plantage, ZeggeZevenbergen en Zundert.

Rest mij alleen nog de bronnenlijst aan te passen..

Brieven aan mijn overgrootouders (1)

Vorige week kreeg ik van mijn oudoom Wil Linders een pakketje met een prachtige stapel brieven aan mijn overgrootouders, Jan Baptist Linders en Julia Linders-de Dooij. De brieven zijn verstuurd in de jaren ’40 door broers van beide zijden. En wat geven zij een ongeloofelijk beeld van hun tijd!

L31

Mijn overgrootouders in 1940. (Afbeelding: familiefoto/hergebruik niet toegestaan!)

Mijn overgrootoma, de oudste van het gezin, had nog vier broers en vijf zussen.

  • Julia Catharina de Dooij (1914)
  • Louisa Catharina (Wies) de Dooij (1917)
  • Sophia Maria de Dooij (1918-1921)
  • Jacobus Adrianus (Jac) de Dooij (1920)
  • Antonetta (Net) de Dooij (1922) x Hendriks
  • Johannes Baptist (Tiest) de Dooij (1924-1976). ‘Ome Tiest’ was getrouwd met Nel de Vos, een zus van Mia de Vos, die getrouwd was met zijn broer Janus de Dooij. Hij woonde in Brunssum in Zuid-Limburg waar hij mijnwerker was.
  • Johannes Ludovicus (Lowie) de Dooij (1925). ‘Ome Louis’ was getrouwd met Wies Schouw en kreeg met haar twee kinderen. Hij woonde altijd aan de Minckelersweg in Hoogerheide en werkte vele jaren in de officiersmess (militaire kantine) op de vliegbasis Woensdrecht.
  • Elisabeth (Lies) de Dooij (1927, ovl. 2012 te Roosendaal) Zij was gehuwd met Kees Dircken (31/1-1925 – 23/9-2004). Zij kregen geen kinderen en woonden samen in Roosendaal.
  • Anna Maria de Dooij (1929-1939)
  • Cornelius Adrianus (Janus) de Dooij (1931-2002) Hij was gehuwd met Maria Louisa (Mia) de Vos, een zus van Nel de Vos (31/8-1936 – 26/6-2013), die getrouwd was met zijn broer Tiest de Dooij.
L2

Oma’s familie op een collage gemaakt in, ik vermoed, de jaren ’50. V.l.n.r. en van boven naar onderen: Jac de Dooij, Wies de Dooij, Julia de Dooij, Fons de Dooij, Net de Dooij, Cornelia de Dooij-de Vos, Lies de Dooij, Lowie de Dooij, Janus de Dooij en Tiest de Dooij. Let op het stempel op de pasfoto van Jac, waarschijnlijk afkomstig uit een persoonsbewijs o.i.d. (Afbeelding: familiefoto/hergebruik niet toegestaan!)

Terwijl de vader en moeder van het gezin De Dooij, (Alphonsius Wilhelmus (Fons) de Dooij, *Hoogerheide, 14/6-1890, ✞ Roosendaal, 19/5-1972, zie nummer 26 in mijn kwartierstaat), en Cornelia Frederika de Vos (*Hoogerheide, 5/8-1890, ✞ Roosendaal, 13/1-1968 zie nummer 27 in mijn kwartierstaat) in die tijd op hun boerderij aan de Huijbergsebaan in Hoogerheide woonden, waren mijn overgrootouders reeds verhuisd naar de nabije stad, Bergen op Zoom. Zij woonden daar aan het Emmaplein op ’t Fort, waar mijn opa ook geboren is. De ouders van mijn overgrootvader Jan Linders kwamen eveneens uit Woensdrecht, maar woonden toen al sinds de jaren ’20 in Bergen op Zoom. Hun familie is terug te vinden in de genealogie Linders, bij nummer 13.

De eerste brief komt uit Ludwigsburg in Baden-Württemberg. Hij komt van oma’s broer Tiest de Dooij. Er was een filatelist in de familie destijds, dus de postzegels zijn allemaal verwijderd (ik ben blij dat de enveloppen wel bewaard gebleven zijn). De datum is in ieder geval wel bewaard gebleven: 12 september 1943. Als afzender vermeldde hij “J.B. de Dooij, Heilbronnerstrasse 37, Gasstadtwerke, Ludwigsburg, Duitsland.” ‘Gasstadtwerke’ duidt er naar alle waarschijnlijkheid op dat Tiest tewerkgesteld was in Nazi-Duitsland; de Arbeidseinsatz. Op dat adres huist nu de technische dienst van de gemeente Ludwigsburg. Hoewel de Nederlandse overheid al in 1938, dus voor ’t begin van de bezetting, meeging in het tewerkstellen van Nederlandse werkelozen (het was immers crisis) in Nazi-Duitsland, onder voorwaarden van het verliezen van hun uitkering, is het niet aannemelijk dat hij er lang werkte, hij was nog maar 19 in 1943.

Scan 44

Let op het censuurstempel rechtsonder, 16 in een vakje. Het geeft de plaats aan waar de brief ‘geprüft’ werd. (Hergebruik niet toegestaan)

Blijkbaar ging er in die tijd in Berrege ’t gerucht dat de Duitsers post richting Nederland tegenhielden. Tiest schrijft:

“En u schrijft ook dat er geen brieven meer naar Duitsland gaan, ten minste, niet meer over de grens mogen. Jahoor, dat is maar kwats van de mensen, want er komen er nog genoeg”

Dat de brieven doormochten wil niet zeggen dat de Duitsers geen controle hadden over de post. Ik heb ‘r even met mijn vader naar gekeken (een doorgewinterde filatelist) en hij herkende de censtuurstempels op de brief. Op deze eerste brief niet heel duidelijk aangegeven, maar er staat een klein censuurstempel op de voorkant en het in rood potlood geschreven nummer in de brief zelf is vast niet van Tiest afkomstig.

Scan 45

Als je in Duitsland tewerkgesteld bent, in een plaats die ze daar volgens Tiest de “stad der ausländer” noemen, dan leef je nogal in onzekerheid. Er waren bepaalde manieren om ervoor te zorgen dat je brief de censuur doorkwam: volgens mijn pa was dat vooral (en dat gold ook voor de post uit Nederlands-Indië waar ik later over schrijf) vooral niet vertellen wat je precies doet. Tiest schrijft:

“En m’n werk is ook nogal om te doen hoor, alles is wel gauw zwart maar ’s avonds onder de douche en alles is er weer af. En we moeten nog toe tien uren werken, maar niet lang meer, dan maar 8½. En we hebben ook opslag gehad, we krijgen nu 61 pfennig per uur. Ik heb nu ongeveer honderd mark over, ja, ik bewaar ze goed hoor, want ik kom niet graag thuis zonder wat geld want ’t heeft genoeg gekost toen ik weg moest.”

Ik probeer te bedenken hoe zijn vertrek geld kostte als het om arbeidseinsatz ging. Misschien een kostwinner minder voor het gezin? Tiest sluit zijn brief af met een omschrijving van hoe het eruit ziet waar hij verblijft. Eerder vertelde hij dat hij in het naburige Bietigheim ging werken, en ik kan niet precies uit de brief halen of dat is wat hij ook omschrijft.

“Waar ik hier zit is een stadje, ook geen grote hoor, maar het is er toch één, ja, daar kan ik niet veel over zeggen. De stad is mooi, mooier dan Berrege, ja nu moet je niet kwaad zijn hoor, want laat mij dan maar in Berrege zitten! De natuur is hier een wonder, als je boven op een berg staat en je kijkt dan is de stad rond, dat is prachtig. En de wegen zijn zo mooi met kastanjebomen begroeit, de kruinen van de bomen komen mooi in elkaar. En bergen ook mooi, allemaal met druiven begroeit.”

Een volgende brief werd geschreven op 1 mei 1944. Ook deze brief werd ‘geöffnet’ en ‘geprüft’, ditmaal wat duidelijker aangegeven:

Scan 46

Op dat moment ging er schijnbaar alweer een gerucht rond in Bergen op Zoom. De brief wordt ‘ door A. Musters, een kameraad van Tiest in Ludwigsburg. Hij schrijft:

“Ik laat je weten dat ik je brief ontvangen heb. En wat je daar vroeg, of je broer gebombardeerd is. Wie heeft je dat wijsgemaakt? Neehoor, daar is niet het minste van waar, maak je eigen nu maar niet ongerust. Je moeder had het ook al geschreven, maar als je deze brief krijgt, laat het dan thuis ook weten dat wij in een hele goede gezondheid zijn, want die zal ook wel ongerust zijn.”

In zijn eerste brief schrijft Tiest dat er in Ludwigsburg meerdere mensen “uit Woensdrecht” zijn, wat kan verklaren hoe een dergelijk gerucht bij oma terecht kwam. Overigens is het spoor tussen Ludwigsburg en Bietigheim wel gebombardeerd, maar pas in 1945. Er volgt nog een stukje waarbij Tiest onthult dat hij tóch de briefschrijver is in plaats van A. Musters, en hoe hij wat brieven ongeopend teruggekregen had, omdat ze niet bezorgd konden worden. Eén van die brieven, schrijft hij, was een kaartje met felicitaties voor de geboorte van mijn opa, wat ik toch bijzonder vind om te lezen.

Tussen de brieven zit een briefkaart in een envelop. Nu, de envelop is duidelijk afkomstig van Tiest; afgestempeld in Ludwigsburg en met ‘Nederlandse taal’ achterop geschreven, wat mij een regel lijkt om censuur te vergemakkelijken. Het kaartje erin komt uit Fritzlar in Hessen, verstuurd op 2 februari 1944, en het is mij niet helemaal duidelijk wie ze schreef. Het adres van de afzender is P.J. de Moor (een bekende van de familie Linders), Junkers Motoren Werken a.g. Postfach 500, Fritzlar bij Kassel, Duitsland. Dan is de aanhef ‘beste Tante, Neef en kinderen, maar de naam onderaan de kaart lijkt wel Tiest. Hoe dan ook, uit ’t verhaal van de briefschrijver blijkt ook hier hoe zwaar het werken in Duitsland geweest moet zijn.

“Beste Tante, Neef en kinderen. Hier is dan ’n klein bericht van mij op ’n kaartje want ’n brief kan ik op ’t oogenblik niet wegkrijgen wegens ’t schrijfsperre. Maar u hoort toch wat van mij. Ik heb gisteren uw brief ontvangen in de beste gezondheid en u wordt daar ook hartelijk voor bedankt. Ja, ik stond zeker raar te kijken toen ik de afzender las van die brief want dat had ik heus niet verwacht en daarom was ik er ook zoo blij mee. Nou je vraagt hoe of ’t hier met mij gaat, nou dat is niet al te best hoor, lang en hard werken en zeer weinig te eten en te rooken dus dat gaat wel hé en dan dat slapen in die barakken dat valt heelemaal niet mee.”

De postzegel is van de kaart afgescheurd, maar te lezen is ook:

“dikwijls luchtalarm af (…) nog niets gebeurd gelukkig”

L140

De achterkant van de briefkaart. Ook hier zit een censtuurstempel op, rechts (nummer 45), wat vreemd is, aangezien er als het goed is niets opengemaakt hoefde te worden. Let ook op de nazi-propaganda linksonder. (Hergebruik niet toegestaan)

L16

De trouwfoto van Tiest de Dooij en Nel de Vos. (Afbeelding: familiefoto/hergebruik niet toegestaan!)

Op 29 juni 1949 kwam er een bijzondere brief uit Brunssum, Zuid-Limburg. De oorlog was afgelopen, en Tiest was terechtgekomen in de Oostelijke Mijnstreek, één van mijn favoriete stukjes Nederlandse geschiedenis (en tegenwoordig schijnbaar ook ‘de beste toeristische bestemming ter wereld’). Eerder al heb ik een beetje onderzoek gedaan daar vanwege een familielid die koempel was in Hoensbroek (zie nummer 256 in de stamboom Bernaards). Ik denk dat ik gerust kan zeggen dat het overgrote deel van de mijnwerkers van andere delen van Nederland kwam (de gastarbeiders daargelaten), en de meesten waren ook al eerder in de mijnen gaan werken dan Tiest; vóór de oorlog. In de jaren ’50 kwam er echter een nieuwe campagne van de Staatsmijnen. En, wie wilde er nu niet naar Limburg? Het werk was vuil, gevaarlijk en zwaar, maar centrale stad Heerlen was erg welvarend en koempel zijn had zelfs een zekere status (zie deze aflevering van Andere Tijden, ‘Glorie en verdriet in de Mijnstreek’ van 15 december 2015, aanrader!)

linders website

Affiche van de Staatsmijnen van rond 1950. (Afbeelding: Collectie Continium Kerkrade/demijnen.nl)

Bij Brunssum lag de Staatsmijn Hendrik, gefuseerd met de Staatsmijn Emma in 1963 en als laatste staatsmijn gesloten in 1974. In zijn bidprentje uit 1976 wordt verteld hoe Tiest 25 jaar in de staatsmijn Hendrik werkte, en woonde in de Rozengaard in Brunssum. Het adres van de afzender is J.B. de Dooij, p/a P. de Vos, Oranjestraat 47, Brunssum (Z.L.), dus ik denk dat hij daar inwoonde bij een oom of zwager. Tiest begint zijn brief met ’t weer, wat 67 jaar geleden in juni al niet veel beter was dan nu.

“Het is al erg genoeg dat het hier zo’n slecht weer is, dan hebben we een paar dagen mooi weer en dan is het weer regenen. Dat zal bij jullie ook wel zo zijn, want ik geloof niet dat je al dikwijls naar de Zeekant bent geweest van de zomer.”

In 1949 lag Berrege nog direct aan zee, dus als men nog niet naar de Zeekant geweest was eind juni moet het weer inderdaad wel erg slecht geweest zijn. Over het werk in de mijnen verteld hij:

“Ik zit nu al te prakkiseren wat ik moet schrijven en dadelijk moet ik weer onder de grond. Ge moet maar eens luisteren, dan zal ik wel eens kloppen want ik denk dat ik zowat bij jullie onder de vloer zit. Want het is een heel eind lopen voor wij op ons werk zijn, het treintje is kapot dus moeten wij lopen. Wij zullen maar flink wat kolen eruit halen hè dan komt hij gauw van de bon. Ik wou dat ik de kolen maar kreeg die ik alle dagen naar boven stuurde dan kon je gerust doorstoken hoor, want dat is ongeveer alle dagen vijf meter, daar kun je bijna een half jaar van stoken.”

 Het mooiste van deze brief is de afsluiting, met een vroege variant op ‘agge mar leut et’, en dat slechts drie jaar na ’t begin van de moderne Vastenavend!

L136

Onbekende familie: Bernaards of Linders?

onbekende familie 2

Afbeelding: Familiefoto/hergebruik dus niet toegestaan!

Een nieuwe foto is opgedoken: een Bergse familie in de jaren ’50 of ’60. Op de bovenste rij uiterst rechts mijn overgrootmoeder Cornelia Bernaards-Linders, op de tweede rij van boven, derde rechts mijn overgrootvader Piet Bernaards. ’t Lukt me niet echt om mensen te herkennen van óf de familie Bernaards óf de familie Linders. Is er iemand die iemand op deze foto herkent?

Wouw met haar buurtschappen

Sinds Watwaswaar per 1 januari dit jaar opgeheven is, staat er een hoop online op de website van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Voor deze serie duik ik in het kadaster over de periode 1811-1832. Welke grond bezaten mijn voorouders? Waar op die grond woonden zij misschien? Aan de hand van de topografische atlas 1836-1843 probeer ik ook uit te leggen wat de “aardrijkskundige context” was van deze grond. Vandaag deel 13, (voorlopig) het laatste deel van deze serie: Wouw secties A t/m I en K: de hele gemeente Wouw maar dan zonder de dorpskern van Heerle, die deed ik eerder al. Sectie J heeft nooit bestaan. Klik hier voor de voorgaande delen en de overzichtskaart

De gemeente Wouw was tot het opheffen in 1997 vrij groot, en dan niet persé naar oppervlakte maar meer als men kijkt naar het grondgebruik: in het zuiden natuurlijk bos en heide (Wouwse Plantage), maar veel landbouwgrond. En de gemeente was ook relatief groot qua inwoners vergeleken met de rest van de regio.

In de ‘Looikensakker’, ten noorden van landgoed Altena en en ten oosten van Moerstraten, had een oude bekende een stuk weiland. Het gaat hier om Salomon Frank, en da’s waarschijnlijk dezelfde als uit het artikel over Hoogerheide: Salomon Nathan Frank (*Stabroek, Antwerpen, België, 2/12-1796, ✞ Woensdrecht, West-Brabant, 9/2-1879). Onder een net iets andere naam werd hij geregistreerd als eigenaar van een mooi groot pand aan de Bergsestraat in ’t dorpscentrum. Hij werd eerder o.a. vermeld als winkelier, in dit register was hij leerlooijer. 

Salomon Frank, uit Bergen op Zoom

Looikensakker

  • C38: weiland

Salomon Junior Frank, looijer uit Wouw

het Dorp

  • L277: moestuin
  • L278: huis, looyerij en erf
frank

Let op: deze kaart is niet naar het noorden gezien! (Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

frank3

Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

In sectie D lag een hoek genaamd ‘Eijerdij’ (mooie naam, vind ik). Het lag ten oosten van de Spellestraat en ten noorden van de oude weg naar Roosendaal. In deze hoek lag een perceel dat eigendom was van ‘de weduwe van Cornelis Huijbs’.

weduwe Cornelis Huijbs, uit Roosendaal

Eijerdij

  • D185: bouwland

Dit kunnen volgens mijn bestand twee mensen zijn, twee weduwen van een Huijps die overleed in de periode die dit register omvat. De eerste is mijn voorouder Antonia van der Riet (*Wouw-Bulkenaar, West-Brabant, 8/3-1737, ✞ gemeente Roosendaal, 16/12-1817, kwartierstaatnummer 401). Zij was weduwe van Cornelis Gabriel Huijps (*Roosendaal, West-Brabant, 9/8-1736, ✞ Wouw-Bulkenaar, West-Brabant, 6/7-1802, kwartierstaatnummer 400). Een tweede mogelijkheid is Anna Maria Raaijmakers (*Wouw-Oostelaar, West-Brabant, 24/4-1774, ✞ Roosendaal, West-Brabant, 31/7-1834, schoonmoeder van B70), weduwe van Cornelis Huijps (*Wouw-Haïnk, West-Brabant, 28/11-1766, ✞ gemeente Roosendaal, West-Brabant, 4/4-1821, zoon van bovenstaande Cornelis en Antonia van der Riet en schoonvader van B70).

Een familielid Maryn Huijbs had veel grond om perceel D185 heen. Bij hem werd eveneens vermeld dat hij uit Roosendaal kwam, maar zoals ik bij mijn voorvader Jan Huijps schreef woonde deze familie op de Haïnk, een buurtschap daar vlakbij wat bestuurlijk onder Roosendaal en kerkelijk onder Wouw viel.

Maryn Huijbs, bouwman uit Roosendaal

Eijerdij

  • D180: bouwland
  • D181: weiland

Kleine Speldestraat

  • D214: bouwland
  • D215: hakhout
  • D216: bouwland
  • D217: bouwland
huijps

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

huijps2

Donkerrood omlijnd: de grond van de weduwe Cornelis Huijps. Lichtrood omlijnd de grond van Maryn Huijbs. De straat links is tegenwoordig bekend als de Kruislandseweg. De percelen zijn niet meer te herkennen op de kaart van nu. (Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

Een ander familielid Huijps had grond op de Oostelaar. Dit was Antonia (Anthonetta) Jongeneelen (*Wouw-Haïnk, West-Brabant, 16/4-1775, ✞ gemeente Roosendaal of Wouw-Bulkenaar, West-Brabant, 26/11-1841, kwartierstaatnummer 201), weduwe van Gabriël Huijps (*Wouw-Bulkenaar, West-Brabant, 6/4-1775, ✞ gemeente Roosendaal, West-Brabant, 28/9-1819, kwartierstaatnummer 202). Belangrijk om te weten is hier dat er vijf buurtschappen zijn, Vroenhout, Vinkenbroek, Boeïnk, Haïnk en Bulkenaar, die kerkelijk onder Wouw vielen en bestuurlijk (in ieder geval na 1811) onder de gemeente Roosendaal & Nispen. Ik heb, voortbordurend op de DTB-boeken Wouw gebruikt als ‘voorvoegsel’ van deze buurtschappen. Soms vermeld ik ‘gemeente Roosendaal’, dit wijst erop dat iets plaatsvond onder ’t bestuurlijk gebied van Roosendaal, en ik niet precies weet waar.

de weduwe Gabriel Huijps, uit Roosendaal

Oostlaar

  • E322: hakhout
  • E323: bouwland

Iets ten westen van de twee percelen lag een pad genaamd “Haïnksche Kerkpad”. De percelen zijn ook hier niet meer te herkennen op de huidige kaart, maar ze moeten ergens binnen het rode vierkant gelegen hebben. Het pad waar de pijl naar wijst loopt in dezelfde richting als het pad op de kaart uit 1811. Misschien een restant daarvan?

huijps4

Originele afbeeldingen: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed & Google.

In sectie E en F had een landbouwer genaamd Johannes Verbraak veel grond. Ik zag een overeenkomst met mijn voorouder Jan (Jean) Verbraak (*Wouw-Westelaar, West-Brabant, 13/3-1778, ✞ Roosendaal-Brembosch, West-Brabant, 16/3-1832, kwartierstaatnummer 202). Hij werd vermeld als landbouwer, werd geboren op Westelaar, maar woonde wel al sinds in ieder geval 1813 in de gemeente Roosendaal. Ik kan dus niet met zekerheid zeggen dat ’t hier om dezelfde persoon gaat.

Johannes Verbraak, bouwman, ”landbouw” uit Westlaar

De Zaafzelsche akker

  • E807: bouwland
  • E808: bouwland
  • E809: bouwland

Westlaar

  • F668: hakhout
  • F680: bouwland
  • F689: weiland
  • F690: boomgaard
  • F691: moestuin
  • F692: huis, schuur en erf
  • F693: weiland
  • F706: bouwland

de Drietrap

  • F766: bouwland

In ‘de Vijfhoek’ in sectie I lag één stukje grond van Jan (Jean) van Eekelen (*Essen, Antwerpen, België, 29/4-1790, ✞ Heerle, West-Brabant, 10/4-1841, kwartierstaatnummer 236), eerder vermeld in ’t artikel over Heerle. Misschien toevallig lag verderop in deze sectie, onder ’t toponiem ‘Geizevelden’, had een naamgenoot een moestuin.

Joh’s van Eekelen, bouwman uit Bergen op Zoom

de Vijfhoek

  • I177: bouwland

Jan van Eekelen, arbeider van op Herel

Geizevelden

  • I286: moestuin
eekelenvanJ

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Aan ’t begin van dit artikel had ik het al even over de Bergsestraat in ’t dorpscentrum. Een eindje verder naar het westen lagen aan deze straat huis, erf en moestuin van mijn voorouder Jacobus (Jakob) van Osta (*Wouw, West-Brabant, 5/1-1753, aldaar, 26/1-1829, kwartierstaatnummer 450). 

Jacobus van Osta, schoenmaker uit Wouw

het Dorp

  • L300: moestuin
  • L301: huis en erf
ostavanJ

Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Om ’t artikel af te sluiten zet ik graag nog wat dingetjes die me opvielen op een rijtje. Zo was er in sectie A een grondeigenaar uit Bergen-Henegouwen (Mons hè), waarbij voor de zekerheid ‘provincie Henegouwen’ geschreven werd. Nederland had België immers nog niet erkend in 1832. Of in sectie G, waar een lap heide eigendom was van ’t dorp Nispen. Nu was Nispen nooit een eigen gemeente, het was al sinds Napoleon samen met Roosendaal. Hoe omschrijf je ’t dorp dan? Als “gehugt”, blijkbaar. 

bergenhenegouwen

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

nispen

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

begijntjes

Verder liepen er twee begijntjes rond in Wouw met een hoeveelheid grond waar ze waarschijnlijk goed van konden leven. Eén daarvan was Cornelia Kerstens, zij zat in Hoogstraten, de ander heette Elisabeth Vadde, uit Lier. Vadde is een achternaam die ik uit mijn eigen stamboom ken, en Elisabeth blijkt inderdaad uit Wouw te komen, zo bewijst een Vlaamse erfgoedsite. Een korte levensgeschiedenis: Elisabeth werd op 19 november 1743 gedoopt te Wouw als dochter van Dominicus Joosse Vadde en Maria Anna Janse Moerkints, werd op 24-jarige leeftijd in 1767 geprofest als begijn te Lier en ging daar wonen op het adres Grachtkant 14/15, in het huis ’t Soete Naemke. Daar woonde ze tot haar overlijden te Lier op 31 oktober 1832, en was daarmee het laatste begijntje wat in het huis woonde. Elisabeth was trouwens een nicht van mijn voorouder Jacoba Anna (Jacqueline) Vaddé (zie nummer 369).

De vraag die mij opkwam was: hoe komt het dat een Wouwse die begijn wordt in Lier zoveel grond bezit in haar geboortedorp? Natuurlijk had de kerk meer wereldlijke macht (en dan bedoel ik hier vooral in de vorm van grond en goederen) in die tijd, maar je zou eerder verwachten dat Elisabeth dan eigendommen had in de omgeving van Lier. Het antwoord hierop lijkt te vinden in de familie van een andere Wouwse grondeigenaar, doctor Joh’s Jacobus de Ram, eveneens uit Lier. Hij komt meermaals voor in het register. Het artikel over het pand waar ze woonde vermeld het volgende:

“Elisabeth Vadden was verwant aan de gezusters Sanders en Adriana De Ram, die in Sint-Rosalia aan de Margaretastraat resideerden. In 1816 noteerde men er samen met Elisabeth Vadden, 72 jaar oud, haar nicht, Maria Godeschal (Goddichal), 42 jaar oud, ex-religieuze, als dochter van Jan Baptist Goddichal en Catharina Vadden, een zuster van de voornoemde Elisabeth.” 

De Roosendaalse notarissen J.J. Bosschart en J.C. de Bosson maakte in respectievelijk 1818 en 1838 akten op waarin Elisabeth Vadde samen met de familie de Ram vermeld werd. Eén daarvan (datum 26 mei 1818) is nogal belangrijk voor dit vraagstuk: 

“Verkoop door den Heer David de Ram Medicine Dokter wonende te Wouw, als gelaste van Mejuffrouw Elisabeth Vadden, begijntje wonende te Lier aan Adriaan Ruijten bouwman onder Wouw van een huis, schuur, hof, boomgaard en erf met omtrent een gemet zaailand, staande en gelegen op Oostelaar onder Wouw voor Vierhonderd en vijftig gulden.”

Een dokter David de Ram dus, ongetwijfeld familie van Johannes Jacobus de Ram en de familie de Ram in Lier. Het kan zijn dat alle grond die ze bezat in Wouw in deze verkoop inbegrepen was, of dat dit slechts een van meerdere verkopen door de familie de Ram aan Elisabeth Vadde was. Een interessant verhaal dat zeker nog een keer nader onderzoek verdient.

Elizabeth Vadde, begijn uit Lier

Oostlaar

  • E406: bouwland
  • E409: bouwland
  • E420: bouwland
  • E452: bouwland
  • E453: bouwland
  • E454: bouwland
  • E455: bouwland

Zuivelaar

  • E549: bouwland

de Bestert

  • E577: bouwland

de Donken

  • F56: bouwland (niet vermeld als begijn of als afkomstig uit Lier)

de Drooge Driessen

  • L28: weiland

Mededeling: waarom ik uw bericht mogelijk niet ontvangen heb

Ik vroeg me al af waarom ik zo weinig post kreeg via mijn website… Wat blijkt: mijn eigen e-mail zette de berichtjes die verstuurd werden middels het contactformulier op deze website automatisch in spam. En da’s vervelend: want die worden na een maand automatisch verwijderd.

Oftewel, een heleboel berichtjes via dat formulier zijn nooit gelezen en nu weg. Misschien vroeg u zich al af waar het antwoord bleef. In elk geval mijn welgemeende excuses hiervoor. Ik maak nu gebruik van een nieuw contactformulier, deze zou wél moeten werken.

Ik hoop van harte dat ik hierdoor niet veel nieuwe belangrijke informatie en gegevens gemist heb. En, mochten deze problemen voorkomen in de toekomst: zoek me even op op Facebook en stuur me een privéberichtje. Die komen altijd aan.

Nogmaals: mijn welgemeende excuses. Ik verwijs u graag door naar de gloednieuwe contactpagina.

Geplaatst in Niet gecategoriseerd